‘Invloed media op wetgeving is beperkt’
Nieuwsberichten hebben slechts beperkte invloed op het verloop van wetgevingsprocessen. Dat laat politicoloog Lotte Melenhorst zien in haar dissertatie. Promotie op 21 maart.
Wie op dinsdagmiddag naar het vragenuurtje in de Tweede Kamer kijkt, ziet dat Kamerleden regelmatig refereren aan nieuwsberichten. Media-aandacht is vaak de directe aanleiding om vragen te stellen aan ministers of staatssecretarissen, en zo een onderwerp op de politieke agenda te zetten.
Als we enkel en alleen kijken naar het verloop van wetgevingsprocessen, dan is de invloed van de media veel beperkter. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van politicoloog Lotte Melenhorst. De standpunten van politici en hun partijen veranderen niet of nauwelijks onder invloed van media-aandacht. Melenhorst komt tot deze conclusie na het bestuderen van drie recente wetsvoorstellen die ieder op veel media-aandacht konden rekenen: de Wet Normering Topinkomens, de Wet Werk en Zekerheid en de Wet Studievoorschot Hoger Onderwijs.
Niet fundamenteel
‘Uit mijn analyse blijkt dat media wel enige invloed hebben, maar de uitkomsten van het wetgevingsproces niet fundamenteel bepalen,’ zegt Melenhorst. ‘Politieke partijen hebben meestal van tevoren hun positie al ingenomen en soms zelfs al afspraken met elkaar gemaakt voordat het wetsvoorstel werd ingediend.’ Zo sloten de VVD en PvdA een akkoord met D66 en GroenLinks over de regeling studievoorschot; dat was voor de uiteindelijke steun voor de wet veel belangrijker dan de mediaberichtgeving tijdens de behandeling. Melenhorst: ‘De mate waarin politici nog te beïnvloeden zijn nadat een wetsvoorstel is ingediend bij de Kamer is dus zeer beperkt.’
Klemtooneffect
Volgens Melenhorst hebben de media hooguit een ‘klemtooneffect’: nieuwsberichten kunnen specifieke gevolgen van een wetvoorstel, één bepaald argument of de positie van een expert benadrukken. Neem bijvoorbeeld de Wet Werk en Zekerheid: in de berichtgeving daarover uitten diverse experts hun twijfels voornamelijk over één deel van de maatregelen, namelijk met betrekking tot flexwerk. ‘Daarnaast maken politici van de berichtgeving gebruik als retorisch instrument,’ zegt Melenhorst. ‘Door tijdens een debat bijvoorbeeld een artikel aan te halen dat die ochtend in de krant is verschenen, kunnen zij hun eigen opvattingen illustreren, hun politieke tegenstanders uitdagen, of laten zien dat een wetsvoorstel heel actueel is.’
Kwalitatieve inhoudsanalyse
Melenhorst verzamelde voor haar dissertatie telkens alle parlementaire documenten en mediaberichtgeving over de drie genoemde wetgevingsprocessen. Met een kwalitatieve inhoudsanalyse bekeek ze vervolgens of deze media-aandacht voorafging aan de positionering van politici, of dat het gedrag van politici juist leidde tot media-aandacht. Daarna interviewde zij alle betrokkenen: Tweede Kamerleden, Eerste Kamerleden, journalisten, maar ook bewindslieden en hun ambtenaren. Uiteindelijk kon ze, na inhoudsanalyses van de interviews, uit al deze verschillende bronnen opmaken of en hoe de interactie met de media invloed had, bijvoorbeeld op het indienen van amendementen en moties, en op de stemmingsuitslagen.
Minder mediageniek
‘De beperkte invloed van de media komt voor sommige mensen wellicht als een verrassing,’ zegt Melenhorst. ‘Je ziet dat journalisten voornamelijk aandacht besteden aan een wetsvoorstel als het wordt aangekondigd, als het wordt aangenomen, of als blijkt wat de gevolgen van de implementatie van de wet zijn. De daadwerkelijke behandeling in de Eerste en Tweede Kamer is minder mediageniek.’
Platformfunctie
Uit eerder onderzoek van Melenhorst en collega’s bleek bovendien dat zo’n 80 procent van alle wetsvoorstellen überhaupt geen media-aandacht krijgt, inclusief allerlei belangrijke wetsvoorstellen die consequenties hebben voor het dagelijks leven van burgers. ‘Dat is jammer, want massamedia hebben een belangrijke informatiefunctie. Burgers moeten kunnen controleren wat de partij waar zij op gestemd hebben tijdens de behandeling van de wet doet. Ook de platformfunctie van de media is beperkt: idealiter vertolken de media de zorgen en de wensen van het grotere publiek naar de politiek. Dat is lastig als je slechts een klein deel van de wetsvoorstellen verslaat.’
Rooskleurig
Is de beperkte invloed van de media dan alleen maar zorgelijk? Het is maar hoe je het bekijkt. Er zitten volgens de promovendus ook rooskleurigere kanten aan het verhaal. Doordat een groot deel van de wetgevingsprocessen zich in de luwte afspelen, kunnen politici uitgebreid te tijd nemen om wetsvoorstellen buiten de spotlights zorgvuldig af te handelen. Melenhorst: ‘Dat is geruststellend voor degenen die bezorgd zijn dat de waan van de dag overheerst.’