Studenten vernieuwen onderwijs met Virtual Reality
Op 31 januari hebben studenten van de Honours Class 'Learning through Virtual Reality' hun toepassingen op het gebied van onderwijsvernieuwing gepresenteerd. Aan de hand van zowel technische als filosofische lessen over Virtual Reality (VR), werden zeer diverse toepassingen ontwikkeld: het leren van autotheorie, de geschiedenis van de dierenwereld en het leren van een nieuwe taal. Enkele toepassingen zullen de komende tijd worden getest in het onderwijs en verder worden ontwikkeld.
Op de tweede etage van het nieuwe HUBSpot-gebouw van de Universiteit Leiden ruikt het naar verse pizza's. Omringd door Virtual Reality-apparatuur, snelle computers en aantekeningen leggen honoursstudenten er de laatste hand aan hun presentaties. Ondertussen wordt er gezamenlijk avondgegeten en wordt er her en der gegrapt. De sfeer is relaxt en als je niet beter zou weten, zou je denken dat je bij een groepje technische vrienden was binnengelopen.
Maar wanneer docent Robin de Lange (VR Learning Lab) het woord neemt, wordt snel duidelijk dat het om serieus onderwijs gaat. “De deadline voor het paper over VR in het onderwijs is over twee weken, denk daar aan”, herinnert hij de studenten. Als basis voor de werkstukken gelden de VR-innovaties die de studenten zelf hebben ontwikkeld in de afgelopen tijd. “Daarbij is telkens vanuit het onderwijs gedacht”, legt De Lange uit. “Het doel was om een applicatie te ontwikkelen waarbij VR en educatie worden gecombineerd.”
Natuur- en sterrenkundestudenten Joey (20) en Joost (20) wisten al snel waar ze VR voor wilden gaan gebruiken. “Tijdens een honourslunch kwamen we in gesprek met natuurkundig onderzoeker John van Noort, die op zoek was naar een model van een stuk DNA”, legt Joey uit. “2D-modellen zijn vaak plat en onoverzichtelijk, terwijl je met VR echt door het DNA heen kunt lopen. Daardoor kun je veel meer details zien.” Doordat de jongens echte onderzoeksdata hebben gebruikt voor hun DNA-model, is hun toepassing geschikt voor wetenschappelijk onderzoek.
Net als voor veel van de studenten in de class, was werken met VR nieuw voor Joey en Joost en liepen ze tegen diverse technische uitdagingen aan. “Ons eiwit bestaat bijvoorbeeld uit een heleboel data, waardoor we in het 3D-programma op zoek moesten gaan naar de juiste functies”, aldus Joost. “Gelukkig kon Robin ons daarbij helpen.” Volgens De Lange is de technische uitwerking dan ook niet het belangrijkste doel van deze Honours Class. “Belangrijker vond ik de conceptuele kant, dat studenten nadachten over de mogelijkheden en toegevoegde waarde van VR.”
Taalkundestudenten Marianne (23) en Gosse (21) besloten in overleg met Robin uiteindelijk om de VR-bril achterwege te laten bij hun toepassing 'Talk to Aliens'. Voor deze toepassingen ontwikkelden de studenten zelf een nieuwe taal. “In onze virtuele wereld moeten studenten die taal leren herkennen, door te ontcijferen wat de alien zegt”, legt Gosse uit. “Maar tijdens het proces kwamen we erachter dat je pen en papier nodig hebt om de structuur te kunnen ontdekken. Dan is zo'n VR-bril nogal onhandig.” Volgens De Lange is een VR-bril echter niet noodzakelijk, en gaat het vooral om de virtuele wereld die de studenten hebben gemaakt. “Dat is vernieuwend in de taalkunde.”
Desgevraagd noemt hij Talk to Aliens als een project dat al getest zou kunnen worden onder studenten. “De combinatie tussen een virtuele wereld en een zelfgeschreven taal is erg interessant, dit zouden we onder een tiental taalkundestudenten kunnen testen, om de app zo te gaan verbeteren.” Net als bij een eerder vak over VR hoopt De Lange dat hij zo'n drie projecten verder kan ontwikkelen. “Het is belangrijk om te blijven experimenteren, en VR in het onderwijs daarmee verder te ontdekken.”
(IJT)