Geerten Waling: 'Er valt deze keer écht iets te kiezen'
Op 28 februari presenteert Geerten Waling, postdoc onderzoeker bij de afdeling Staats- en Bestuursrecht en coördinator van het profileringsgebied Politieke Legitimiteit, zijn nieuwe boek: ‘Zetelroof’. Tijdens deze presentatie zal Waling ingaan op de thematiek van het boek, namelijk, zoals de titel van het boek al doet vermoeden, 'zetelroof'.
Kunt u uitleggen wat u precies met het woord zetelroof bedoelt?
''Zetelroof' is natuurlijk een uiterst negatieve benaming, die ook niet klopt. Een Kamerlid heeft recht op zijn zetel, dus wanneer hij (vrijwillig of gedwongen) de fractie verlaat, dan mag hij die zetel behouden. Hoogleraar Ruud Koole pleit daarom voor het woord 'zetelbehoud', maar zelf zou ik nog wel iets verder willen gaan. In mijn boek bepleit ik dat het niet de Kamerleden zijn die zetels roven, maar de partijen. Die zetten fractiediscipline, partijdwang en chantage in om zich zetels toe te eigenen waar zij helemaal geen aanspraak op maken. Je ziet daar het conflict tussen de kiezersdemocratie, die is verankerd in onze Grondwet en de partijendemocratie, die in 1917 dominant is geworden met ons systeem van evenredige vertegenwoordiging.'
Hoe kan het dat juist in onze tijd zoveel fractieafsplitsingen voorkomen?
'Niet zozeer de kiezers, maar wel de partijen zijn sterk op drift in onze tijd. Ze proberen een zo groot mogelijk electoraat aan te spreken, maar verliezen daarbij hun principes uit het oog. Dat zie je sterk bij de PvdA, die achteraf moet concluderen dat zij Kuzu en Öztürk nooit had moeten kandideren. Ook leidt de ideologische drift, in combinatie met een keiharde fractiediscipline, ertoe dat Kamerleden snel in gewetensnood komen. Toch is het fenomeen van de zetelroof niet nieuw: sinds 1917 heeft de Tweede Kamer 58 zetelrovers gekend, van wie veel in de roerige jaren zestig en zeventig.'
Waarom is volgens u het individuele mandaat zo belangrijk?
'Het individuele mandaat is niet alleen constitutioneel beschermd (artt. 50 en 67 lid 3 van de Grondwet), maar ook is het in een democratie cruciaal dat volksvertegenwoordigers in eerste plaats verantwoording afleggen aan hun kiezers, niet aan hun partij. Dat laatste is nu de norm geworden: Kamerleden leggen verantwoording af aan hun partij om herverkiezing veilig te stellen of om voor allerlei lucratieve baantjes in aanmerking te komen. Dat interfereert met hun verplichting aan de kiezer, zeker als de partijlijn geen recht doen aan de verkiezingsbeloften.'
Als we allemaal eenlingen in de Tweede Kamer zouden krijgen, wordt het land dan niet onbestuurbaar?
'Het land wordt niet onbestuurbaar van zetelroof. Natuurlijk kan een versnippering in de Tweede Kamer ongemakkelijke en chaotische taferelen opleveren, maar in mijn boek leg ik uit dat versnippering helemaal niet nieuw is én dat het geen groot probleem is. Het is vaak genoeg voorgekomen dat er veertien tot zeventien fracties in de Tweede Kamer zitten. Het is misschien lastig om een meerderheidscoalitie te vormen, maar het voordeel is dat er veel smaken zijn vertegenwoordigd in het parlement en dat het debat een enorme impuls krijgt. Er zitten soms veel grijze muizen in de Tweede Kamer die braaf meestemmen met hun partijleider, daar mag wel wat meer strijd worden gevoerd. Wat dat betreft kijk ik uit naar de verkiezingen van 15 maart: er valt deze keer echt iets te kiezen.'