The Subjectively Experienced Severity of Imprisonment
Op donderdag 12 januari 2017 verdedigt Ellen Raaijmakers haar proefschrift ‘The Subjectively Experienced Severity of Imprisonment: Determinants and Consequences’. De verdediging begint om 16.15 uur, in het Academiegebouw van de Universiteit Leiden, Rapenburg 73. De promotors zijn prof. dr. P. Nieuwbeerta en prof. dr. J.W. de Keijser.
De ervaren zwaarte nauwelijks onderzocht
In het denken over straf, en in het bijzonder de gevangenisstraf, speelt het concept zwaarte een centrale rol. De zwaarte van een gevangenisstraf is immers essentieel voor de mate waarin zij daders weet af te schrikken van toekomstig crimineel gedrag. Ook wordt de zwaarte van een gevangenisstraf gebruikt als middel om een proportionele hoeveelheid afkeuring uit te drukken. Desondanks heeft het concept zwaarte, zoals dat de afgelopen drie eeuwen gebruikt is, vooral betrekking ‘de objectieve zwaarte’ van detentie. Zwaarte is volgens deze opvatting een functie van objectieve kenmerken van de straf, zoals haar lengte en omstandigheden. Zo wordt een gevangenisstraf verondersteld zwaarder te zijn simpelweg voor zover zij langer is in plaats van korter. De zwaarte zoals die door gedetineerden zélf wordt ervaren is echter nauwelijks onderzocht.
De subjectief ervaren zwaarte van detentie en toekomstig crimineel gedrag
De subjectief ervaren zwaarte van detentie centraal. Het hogere doel is om kennis te vergaren over de determinanten van de ervaren detentiezwaarte en over de gevolgen hiervan voor de herinnerde zwaarte van detentie en toekomstig crimineel gedrag. Daarvoor is Ellen Raaijmakers ingegaan op de vraag in hoeverre gedetineerden verschillen in hun ervaren detentiezwaarte en in hoeverre die ervaren zwaarte verandert naarmate gedetineerden langer in detentie verblijven. Afgezien van het beschrijven van verschillen en veranderingen in de ervaren detentiezwaarte, is ook aandacht besteed aan de vraag in hoeverre dergelijke verschillen en veranderingen verklaard kunnen worden. Om meer kennis te vergaren over de gevolgen van de ervaren detentiezwaarte is onderzocht hoe de zwaarte zoals ervaren gedurende een detentie zich verhoudt tot de zwaarte zoals herinnerd na vrijlating en tot toekomstig delict gedrag.
Waardevolle aanbevelingen voor de toekomst
Voor wat betreft de determinanten van de ervaren detentiezwaarte laten de resultaten zien dat gedetineerden aanzienlijk van elkaar verschillen in hoe zwaar zij hun detentie ervaren. Dit impliceert dat een straf gelijk in duur, voor verschillende daders een verschillende hoeveelheid afkeuring uitdrukt.
Ook blijkt dat na drie maanden, gedetineerden hun detentie als steeds minder zwaar gaan ervaren, wat impliceert dat na drie maanden, iedere extra dag in detentie minder effectief wordt in het uitdrukken van afkeuring.
Met betrekking tot de gevolgen van de ervaren detentiezwaarte wijzen de resultaten uit dat de ervaren zwaarte van detentie niét samenhangt met de kans op toekomstig delict gedrag. Aangezien deze bevinding overeenkomt met een groot aantal eerdere onderzoeken op dit terrein, lijkt het opleggen van lange gevangenisstraffen, enkel met het oog op specifieke afschrikking, daarom niet langer gerechtvaardigd.