Eerste hulp bij ambitie
De Honours Academy geeft studenten en docenten de mogelijkheid om te laten zien wat zij in hun mars hebben. Zo komen persoonlijkheden het best tot hun recht. Maar als we te veel willen, raken we teleurgesteld, gefrustreerd of opgebrand. Hoe geef je het beste invulling aan je ambitie?
Balen met een zeven
‘Tot nu toe heb ik niet te veel druk ervaren. Alhoewel: vorige week had ik vier vergaderingen. Dat was wel een beetje veel’, vertelt Adriaan Milders (21, derdejaars Fiscaal Recht). Naast zijn studie is Milders bezig met het oprichten van een vereniging voor honoursstudenten van de rechtenfaculteit. Bovendien heeft hij een bijbaan als chauffeur en sport hij drie à vier keer per week. Zijn studieresultaten mogen daar niet onder lijden. Milders: ‘Ik ben niet iedere dag superhard aan het blokken. Al kan ik wel erg balen als ik ergens heel veel tijd en energie in steek en ik krijg een zeven terug.’
Ambitie is ook Lineke Schrijver (20, derdejaars Rechtsgeleerdheid) niet vreemd. ‘Ik ben half Chinees. Mijn moeder komt uit China. Daarom heb ik in mijn eerste jaar twee vakken van Chinastudies naast rechten en honours gevolgd, en ben ik vorig jaar naar de Netherlands Asia Honours Summer School geweest. Dat was een mooie manier om mijn netwerk uit te breiden, en om de taal van mijn moeder te leren.’
Winnen en streven
Het onderste uit de kan willen halen is typisch voor een ambitieus persoon. Van één type althans, zegt Menno Mennes, programmadirecteur en docent van het Leiden Leadership Programme. ‘Er zijn grofweg twee soorten ambitie: de ene gaat over winnen. Je wilt de beste zijn. Het is een competitieve uitingsvorm, waarbij anderen de maatstaf zijn voor wat je wilt bereiken. Type twee houdt in dat je jezelf als maatstaf neemt. Je doet dan dingen omdat je vindt dat ze gedaan moeten worden. Het voordeel is dat je niet in competitie bent met anderen, in feite ben je alleen op de wereld. Het nadeel is dat je aan jezelf verantwoording moet afleggen, en dat je een minder rechtlijnig doel hebt dan bij ambitie van type één.'
De ‘typen’ komen op hetzelfde uit, vertelt Mennes: ‘Allebei zijn ze bezig met excelleren: vechten tegen de remmende werking van angst om te falen. Want dat is wat ambitie is: ondanks je faalangst en uitstelgedrag toch bepaalde doelen stellen, en ze uiteindelijk ook behalen. Daar horen allerlei rituelen bij: sommigen stellen eindeloos uit, anderen plannen heel strak, en weer anderen leren het beste in de stilte van de bibliotheek, of met muziek in.’
Depressie of burn-outs
Al met al is ambitie een krachtige, positieve eigenschap. Maar de karaktertrek heeft ook een keerzijde. In 2014 schreef Jeroen van Baar er al over in zijn bekende boek De prestatiegeneratie. Van Baar, zelf een twintiger, schrijft over de nadelige kant van een niet te stuiten gedrevenheid. ‘Ik sta zeker positief tegenover ambitie. Ik denk ook dat het zeker gezond is en heel normaal. Het gevaar is alleen, dat mensen door hun ambitie door verkeerde dingen worden gemotiveerd, zoals prestige of druk van ouders. Dat is niet meer gezond, en kan uiteindelijk leiden tot depressies of burn-outs’, vertelt hij.
Moeten we dan helemaal niet meer willen excelleren? Van Baar: ‘Het gaat mij er niet om dat er wordt gestreefd naar middelmatigheid. Dat is ook helemaal niet mogelijk. Wat ik bedoel, is dat middelmatigheid zich emancipeert. Je kunt je op meerdere manieren onderscheiden. Als je dat wilt doen door te studeren is dat prima, maar dat hoeft natuurlijk niet.’
Honoursonderwijs kan dus een uitlaatklep voor ambitie zijn. Mennes: ‘In Leiden zeggen we: type één ambitie, het willen winnen, dat kennen we nu wel. Dat geldt ook voor het honoursonderwijs. Misschien dat het voor sommigen een elitaire connotatie heeft, maar we kijken echt niet alleen naar cijfers. We vragen duidelijk aan studenten: waaróm wil je zo graag met dit programma meedoen? We zeggen niet: je zou meer type één of type twee moeten zijn. We willen dat iedereen een weloverwogen beslissing hierin maakt.’
Meer dan werk
Maar ambitie gaat over meer dan werk, vertelt Franka Karsten, onderwijskundige en freelance docent bij The School of Life. 'Ambitie heeft betrekking op streven in het algemeen. Je kunt een mooie carrière ambiëren, maar er ook naar streven een goede vriend, vriendin of partner te zijn.'
Daarnaast betreft het ook het volmaken van een doel in de breedste zin van het woord. Karsten: 'Aristoteles stelde volgens de teleologische ethiek al dat alles in het leven een doel heeft. Net zoals een eikel een eikenboom zou moeten worden, zou een mens als doel hebben een goed mens te zijn. Dat is een hele zoektocht, en die heeft meer te maken met zingeving dan met werk.'
Dit raakt aan de theorie van LLP-directeur Mennes. ‘Waarbij type één ambitie het hoogst haalbare in competitie wil bereiken, gaat het tweede type er meer over om het hoogst haalbare te bereiken, omdat jij vindt dat dat op die manier bereikt moet worden. Dat wil zeggen, dat je aan het eind van de dag in de spiegel kijkt en een goed gevoel hebt over benutte kansen. Niet anderen, maar jijzelf bent ‘de maat der dingen’. De maatschappij is meer ingericht op het ontplooien van ambitie type één, op de ratrace, maar ik denk dat we verder komen als we type twee stimuleren. Dat is ook wat we bij het Leiden Leadership Programme doen: we vragen studenten om becijfering helemaal los te laten en om bij zichzelf te rade te gaan: wat ben je nu helemaal aan het doen? Wil je dit zelf, ongeacht wat anderen doen of willen? Is dit voor jou de goede weg?’
Blijf jezelf
Ambitie is dus in principe een goede eigenschap. Een batterij, opgeladen met het vermogen om te groeien. Maar zet deze wel verstandig in, aldus Van Baar: ‘Blijf je afvragen waarom je iets wilt doen, waarom je iets leuk vindt. Een baan als topadvocaat gaat gepaard met veel mogelijkheden, prestige en een goed salaris, maar je moet erg hard werken en kunt niet erg empathisch zijn.’
Karsten geeft een vergelijkbaar advies. ‘Ga iets doen wat bij je past. Je ziet heel veel dromen en kansen nu je nog jong bent. Ga het vooral enthousiast tegemoet. Maar de zoektocht naar wat je wilt is niet makkelijk, en je krijgt ook te maken krijgen met teleurstelling en verlies. Dat accepteren is onderdeel van het leven, en daar leer je ook weer van.’
Mennes raadt studenten aan te spelen met hun ambitie. ‘Word handig in het handhaven van je ambitieniveau, en de rituelen die daar voor jou bij passen. Kijk hoe je het effectief in kunt zetten om je doelen te behalen, tegen die remmende werking van de angst om te falen. En blijf nadenken over waar je werkelijk ‘warm’ van wordt. Je kunt je studie cum laude willen afronden, maar vraag je wel af: waarom wil ik dat nou eigenlijk? Durf om feedback te vragen, en blijf jezelf.’
Door Monica Preller