In de ban van goed en fout
Radicaal-rechtse partijen zoals de PVV debatteren volop mee in de politieke arena. Dat was in de jaren 80 en 90 wel anders, meent Jan de Vetten. Hij onderzocht de bestrijding van de Centrumpartij en de Centrumdemocraten. Promotie op 9 november.
Kedichem, maart 1986. Leden van de Centrumpartij (CP) en de Centrumdemocraten (CD) vergaderen in een hotel over samenwerking. Buiten gaan antifascistische demonstranten tot de aanval over. De ruiten gaan in, meerdere rookbommen vliegen naar binnen. Er breekt brand uit. De meeste CP'ers en CD'ers kunnen ternauwernood aan de vlammen ontsnappen, maar de latere vrouw van CD-leider Hans Janmaat valt in een gebroken ruit. Een van haar benen moet worden afgezet.
Erfgenamen van nazi’s
De actie is tekenend voor de felheid waarmee de CP en de CD werden bestreden, zegt promovendus Jan de Vetten. ‘Niet alleen antifascisten, maar ook maatschappelijke organisaties, de media en politici pakten de politieke partijen van Janmaat ongelooflijk hard aan. Veel Nederlanders zagen de partijen als de erfgenamen van het nazisme en fascisme, omdat ze zo sterk ageerden tegen immigratie en integratie.’
‘Foute’ partijen
Na jaren van onderzoek – onder meer in de persoonlijke archieven van Janmaat – concludeert De Vetten dat Nederland in de jaren 80 en 90 in de ban was van een strijd tegen de 'foute' CP en CD. Het leidde er volgens hem toe dat die partijen compleet anders behandeld werden dan andere politieke partijen. 'De partijen van Janmaat werden niet gezien als politieke opponenten, maar als regelrechte vijanden. Met zulke partijen praat je niet, die bestrijd je.’
Cordon sanitaire
In de politiek arena stonden de CP en CD buitenspel. De andere politieke partijen weigerden het debat aan te gaan of met hen samen te werken, en stelden zo een cordon sanitaire in werking. In zijn 13 jaar als Tweede Kamerlid werd Janmaat bijvoorbeeld geen enkele keer geïnterrumpeerd tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen na Prinsjesdag, één van de belangrijkste debatten van het parlementaire jaar. En in het begin van zijn carrière liep de Tweede Kamer zelfs geregeld leeg als hij aan het woord was.
Ideologisch fundament
Ook maatschappelijke organisaties deden hun best om de uiterst rechtse partijen te bestrijden. Zo verspreidde de Anne Frank Stichting veel publicaties en persberichten over de CP en Janmaat. En ze organiseerde rechtszaken en demonstraties. De Vetten: ‘Zo probeerde de Stichting de strijd tegen de CP en CD van een ideologisch fundament te voorzien, en uiteindelijk de publieke opinie te beïnvloeden.’
Pim Fortuyn
Volgens De Vetten was de bestrijding van de CP en CD geen uitzonderlijke gebeurtenis in de Nederlandse parlementaire geschiedenis. Eerder werden bijvoorbeeld de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) en de Communistische Partij van Nederland (CPN) hard bestreden. Pas na de opkomst van Pim Fortuyn werd kritiek op immigratie en integratie echt bespreekbaar. Dat was onder meer het gevolg van de schok die de aanslagen in New York in 2001 teweegbrachten. De Vetten: ‘Met een radicaal-rechtse partij als de Partij voor de Vrijheid (PVV) wordt nu wel op een 'normale' manier omgegaan in de Kamer, namelijk door het debat aan te gaan. Dat is een indicatie dat deze partij wordt gezien als een legitieme politieke opponent, en niet als een ‘foute’ vijand.’
Boek: In de ban van goed en fout
Jan de Vetten brengt zijn promotieonderzoek ook uit in boekvorm. ‘In de ban van goed en fout’ beschrijft voor het eerst - op basis van archiefonderzoek en interviews - op samenhangende wijze de bestrijding van de CP en CD, en ook de reactie daarop van die partijen. Waarom werden ze zo fel werden bestreden? Werd de tegenstelling tussen die partijen en de rest van de samenleving vooral in morele termen gegoten? Was Nederland, kortom, in de ban van 'goed' en 'fout'?