‘Kunstenaar moet over zijn eigen schaduw heen springen’
Hoe kunnen kunstenaars-promovendi hun eigen artistieke werk onderzoeken? Ze moeten behendig switchen van maker naar kritische beschouwer en gedegen theoretisch onderzoek doen, stelt hoogleraar kunstgeschiedenis Janneke Wesseling. Ook de esthetische waarde moet ter discussie staan. Oratie op 19 september.
Promoveren aan de Academie der Kunsten
Wesseling benadrukt in haar oratie de meerwaarde van kunstenaars die hun eigen werk onderzoeken. Hun dubbelrol zorgt voor nieuwe inzichten in hoe kunst ontstaat en wat de relatie is met de omringende wereld. Wesseling is hoogleraar Praktijk en Theorie in het Onderzoek van de Beeldende Kunsten. Ze begeleidt kunstenaars die promotieonderzoek doen aan de Academie der Kunsten van de Universiteit Leiden. Die mogelijkheid bestaat sinds 2001. Wesseling: ‘Kunstenaars hebben altijd tot op zekere hoogte onderzoek gedaan. Maar nieuw is dat kunstenaars op een systematische en consistente manier hun eigen kunstwerk analyseren en veronderstellingen blootleggen.’
Creativiteit en politiek engagement
Wesseling vindt het cruciaal dat de kunstenaars-promovendi gedegen methodologisch onderzoek verrichten. Dat betekent dat zij concepten als creativiteit, politiek engagement, expressie en het visuele aspect op een consistente manier moeten benaderen. De komende jaren ontwikkelt Wesseling theorieën en begrippen om de relatie tussen het maakproces van het kunstwerk en de ideeën erachter goed te kunnen onderzoeken en te benoemen.
Insider én buitenstaander
Haar bevindingen monden uit in een boek over de methodologie van artistiek onderzoek. Het boek zal ook inzoomen op de uitdagingen en dilemma’s die zij tegenkomt bij de begeleiding van haar bijzondere promovendi. ‘De kunstenaars moeten over hun eigen schaduw heen springen. Enerzijds zijn ze de insider bij het maakproces. Anderzijds dienen ze een buitenstaander te zijn om kritisch op hun eigen werk te reflecteren en het een plaats in de wereld te geven.’
Esthetische waarde kan het verschil maken
De kunsthistoricus zet de komende jaren ook haar onderzoek voort naar de receptie-esthetica: hoe wordt een kunstwerk door de kijker ontvangen? De relatie met de omgeving is dus belangrijk, maar moet niet alles domineren, meent Wesseling. ‘Tegenwoordig wordt veel aandacht besteed aan de politieke en sociale waarde en de impact die een kunstwerk heeft. Zowel kunstenaars als theoretici zetten de notie van esthetica veel te gemakkelijk opzij als een gedateerd en niet langer relevant begrip. Ik vind dat een vergissing. Het is mijn overtuiging dat esthetiek ook altijd politieke en morele consequenties heeft. Want in de kunsten is de esthetische waarde juist datgene dat het verschil kan maken.’
Janneke Wesseling is naast hoogleraar ook kunstrecensent bij NRC Handelsblad.
Bannerfoto: 'Because I can swim in the immense' door Ruchama Noorda, Appel arts centre. Noorda, de vrouw op de foto, promoveerde in 2015 aan de Academie der Kunsten.
De Academie der Kunsten is een samenwerkingsverband tussen de Universiteit Leiden en de Hogeschool der Kunsten Den Haag (HdK). De HdK bestaat uit het Koninklijk Conservatorium en de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten.
(LvP)