De twijfelachtige Leidse wortels van jenever en gin
Nederlanders zijn er trots op dat hun nationale drankje jenever model stond voor het nu zo modieuze Britse destillaat gin. En Leidenaren zijn trots op hun professor Sylvius, die in de zeventiende eeuw jenever uitvond. Maar is dat wel zo zeker?
Franciscus Sylvius
Volgens de fabrikant van het moderne drankje Leyden gin is het verhaal duidelijk. Aan de wieg van de jenever stond de medicus Franciscus de le Boë Sylvius, in 1614 geboren in het Duitse Hanau en van 1658 tot aan zijn dood in 1672 hoogleraar aan de Leidse universiteit. Zijn naam leeft er nog altijd voort in het Sylvius Laboratorium.
Vochtafdrijvend middel
Het zou deze Sylvius zijn die rond 1650 met ingrediënten uit de hortus een vochtafdrijvend geneesmiddel samenstelde. Het goedkope drankje was bruikbaar voor diverse maag- en nierklachten. Over de werkzaamheid is niets bekend; veel gebruikers zullen op zijn minst tijdelijk verlichting van hun klachten hebben ervaren.
Jenever werd gin
Daarmee is het geboorteverhaal van de jenever rond. De aangename smaak leidde ertoe dat de drank van medicijn tot genotsmiddel werd, en de Hollanders waren dol op hun nieuwe versnapering. Ook hun stadhouder Willem III zag er naar verluidt de mogelijkheden van in. Nadat hij in 1689 koning Willem III van Engeland was geworden begon hij aldaar het Hollandse drankje te importeren. Dat werd al snel lokaal geïmiteerd: dit product kreeg bekendheid als gin.
Alternatieve route
De Encyclopaedia Britannica geeft in haar gin-lemma echter een alternatieve route van het drankje naar Engeland: terugkerende soldaten zouden het hebben meegebracht uit de Lage Landen. Wanneer dit was, meldt het lemma niet. Wel geeft de encyclopedie eveneens Franciscus Sylvius op als uitvinder van de jenever. Maar let wel: de encyclopedie gebruikt de term attributed to, zegt Janko Duinker van de hortus botanicus. Echt bewijs is het dus niet.
Inheemse jeneverbes
Want voorlopers van jenever waren in de Nederlanden en heel Europa al veel langer populair, vertelt Duinker. De jeneverbes – de voornaamste smaakgever van jenever – is inheems in de Benelux en dus geen onlogische toevoeging aan een drankje, als smaakmaker of als medicinale toevoeging. De Vlaamse schrijver Jacob van Maarlant noemt in zijn Der Naturen Bloeme uit 1270 al een medicijn van jeneverbessen gekookt in wijn.
Sylvius perfectioneerde
De jenever die eind zeventiende eeuw populair werd in Engeland was dus niet kort daarvoor op de Leidse universiteit uit de lucht komen vallen. Wel heeft Sylvius het recept ervoor jenever waarschijnlijk geperfectioneerd, denkt Duiker, en een grotere bekendheid aan de drank gegeven.
Gin uit Leiden
Zo populair als in Sylvius’ dagen is jenever inmiddels al lang niet meer. Wel werd het Britse neefje gin in combinatie met tonic in het tweede decennium van de 21ste eeuw plotseling weer hip. Een Nederlandse drankproducent zag commerciële kansen en hield in mei 2016 de Leyden Gin ten doop. Dat bevat in ieder geval kaneel, citrus en vijg, net als in de tijd van Sylvius afkomstig uit de Leidse hortus botanicus. En jeneverbessen, natuurlijk.