'Terrorisme en cybercriminaliteit vereisen betere internationale samenwerking'
De Verenigde Staten en de Europese Unie moeten ook op juridisch gebied beter samenwerken, want terroristen en criminelen opereren steeds internationaler. Dat benadrukte de Amerikaanse minister van Justitie Loretta Lynch tijdens haar bezoek op 1 juni aan de Universiteit Leiden.
Ondertekening verdragen
Lynch is in Nederland om twee verdragen te ondertekenen. Een Memorandum of Understanding moet de juridische samenwerking tussen Nederland en de Verenigde Staten regelen in het Caribisch gebied. Het andere belangrijke verdrag is de Umbrella Data Protection Agreement, waarin de EU en de VS afspraken maken over de aanpak van cybercriminaliteit en cyberveiligheid.
Meer online criminaliteit
‘De wereld is meer dan ooit verbonden’, zei Lynch tijdens haar toespraak in het Academiegebouw. Door technologische innovaties vervagen geografische grenzen en slaan criminelen steeds vaker online hun slag. Om dat effectief te bestrijden en tegelijkertijd de rechten van individuen te beschermen moet de bestaande wetgeving worden aangepast, aldus de Amerikaanse minister.
Bescherming persoonlijke data
Als tijdelijk EU-voorzitter speelt Nederland een prominente rol in de overleggen tussen de VS en de EU. De Nederlandse minister van Justitie en Veiligheid Ard van der Steur onderstreepte in zijn toespraak het belang van de bescherming van persoonlijke data en een goede samenwerking met de VS. Hij stipte aan hoe cyberciminelen tegenwoordig opereren. Ze wonen in het ene land, hun internetservers staan in het andere land en in het derde land maken ze slachtoffers. Snelle internationale samenwerking is dus hard nodig. Want wie moet deze criminelen bestrijden, en hoe?
Amerikaanse president studeerde in Leiden
Zowel Lynch als Van der Steur verwezen naar de lange historische banden tussen de VS en Nederland én Leiden. De zesde Amerikaanse president, John Quincy Adams, studeerde zelfs in Leiden. Net als Hugo de Groot, merkte Lynch op, de grondlegger van het internationaal volkenrecht.
Genuanceerder softdrugsbeleid
Na de toespraken beantwoordden beide ministers vragen van Leidse rechtenstudenten. Een student vroeg Lynch naar de Amerikaanse aanpak van softdrugs. Lynch legde uit dat tegenwoordig een aantal staten het gebruik ervan tot op zeker hoogte tolereert, voor medicinale doeleinden en voor bescheiden recreatieve consumptie. ‘In plaats van iedereen met een grote hamer te slaan zijn we nu op weg naar een genuanceerder beleid met verschillende niveaus.’ Gebruikers van softdrugs worden minder als grote criminelen aangepakt, zodat er meer prioriteit komt te liggen bij de grote drugscriminelen en harddrugsverslaafden.
Doodstraf
De verschillen tussen de Amerikaanse staten kwamen ook naar voren bij een vraag over de doodstraf. Lynch sprak zich behoedzaam uit: vanwege het federale systeem zijn de ingrijpmogelijkheden van de centrale overheid beperkt. ‘De doodstraf eisen is een van de moeilijkste beslissingen van een aanklager. Niet alle staten hebben de doodstraf en in de staten die de hoogste straf wel hebben, wordt deze tegenwoordig minder vaak gegeven.’ De minister vertelde dat diverse staten het hele strafproces tegen het licht houden om fouten te voorkomen.
Beperkingen bilaterale samenwerking
Op een vraag naar de beperkingen van de bilaterale samenwerking reageerden beide ministers wederom diplomatiek. Lynch: ‘Als er verschillen zijn, discussiëren we daarover en dat leidt tot resultaten. De VS hebben niet altijd het antwoord op alle vragen. Soms moeten we onze wetten aanpassen om samenwerking mogelijk te maken.’ Van der Steur noemde terrorismebestrijding. Na de aanslagen in New York in 2001 maakten de VS haast met een efficiënter inlichtingensysteem om terroristen op te sporen. Europa bleef in gebreke. Maar na de aanslagen in Parijs heeft een beter internationaal inlichtingensysteem ook in Europa de hoogste prioriteit. ‘Dat hebben we eerlijk gezegd van de VS geleerd.’
(LvP/foto's: Monique Shaw)