Mannetjes zingen, maar vrouwtjes onderscheiden sneller geluiden
Bij zebravinken kunnen alleen de mannetjes zingen. Toch zijn het de vrouwtjes die de geluiden het snelst leren onderscheiden. Dat schrijven Leidse onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Animal Behaviour.
De wetenschappers kwamen tot het resultaat na een meta-analyse van proeven met de zangvogeltjes. Dankzij het samenvoegen van de resultaten van 14 afzonderlijke studies hadden zij de beschikking over een populatie van 87 dieren. Het doel van het onderzoek was te onderzoeken waarom sommige vogels sneller geluid onderscheiden dan anderen.
Go en no-go
In de proef raakten de zebravinken een led-sensor aan, waarna iedere vogel een van twee verschillende geluidtypes te horen kreeg. Als de vogels na het juiste geluid (het ‘go-geluid’) nogmaals op de sensor pikten, konden zij voer verdienen. Op de sensor pikken na het zogeheten no-go-geluid leverde geen beloning op, en strafte de vogels zelfs door ze tijdelijk in het donker te zetten.
Postdoc Pralle Kriengwatana: ‘Uit onze meta-analyse blijkt dat vrouwtjes geluiden sneller leren onderscheiden dan mannetjes. Dat is verrassend omdat vrouwtjes niet kunnen zingen. Omdat mannetjesvogels over het algemeen meer zingen dan vrouwtjes, namen wetenschappers lange tijd aan dat mannetjes ook beter zijn in het onderscheiden en leren van zang – en mogelijk ook andere geluiden. Het lijkt er nu op dat sekseverschillen in zang niet noodzakelijk een verband houden met de mogelijkheid om geluiden te onderscheiden.’
Oorzaak onbekend
De wetenschappers tasten nog in het duister naar de redenen waarom vrouwtjes beter kunnen leren dan mannetjes. Mogelijk speelt het vrouwelijk hormoon oestrogeen een rol. Volgens Kriengwatana is vervolgonderzoek nodig om de precieze oorzaak van de sekseverschillen te achterhalen.
De onderzoekers ontdekten daarnaast dat de zebravinken verschillende strategieën hanteren om de test te doorgronden. Sommige vogels stoppen in eerste instantie met pikken zodra ze nieuwe geluiden horen, gaan vervolgens na ieder geluid (zowel ‘go’ als ‘no-go’) pikken, en pikken vervolgens steeds minder na het ‘no-go-geluid’ als ze doorkrijgen dat dit geen beloning oplevert. Ook de andere groep vogels stopt aanvankelijk met pikken, maar begint vervolgens langzaam maar zeker na beide geluiden op de led-sensor te pikken. Zodra ze begrijpen dat het ‘go-geluid’ voer oplevert, pikken ze steeds meer na dit geluid.
Familiegrootte en lichaamsomvang
Opvallend genoeg blijken ook familiegrootte en lichaamsomvang een rol te spelen. De zebravinken uit grotere nesten leerden sneller geluiden onderscheiden dan vogels met minder broers en zussen. Datzelfde gold voor vinken die zwaarder waren dan hun gemiddelde soortgenoot. Mogelijk draagt meer contact met andere vogels en een betere gezondheid bij aan het sneller leren onderscheiden van geluiden.