Wat bezielt de universiteit?
Studium Generale organiseert een serie discussies over wat de universiteit is en wat ze zou moeten zijn. Op 4 april was de aftrap in het Academiegebouw. ‘De fetisj van het getal is ook de humaniora binnengedrongen.’
Wat is er mis?
Studenten bezetten het Maagdenhuis, hoogleraren protesteerden op het Malieveld, het studiefinancieringsstelsel ging op de schop, en NWO presenteerde haar omstreden Wetenschapschapsvisie. Het debat rondom wetenschap en hoger onderwijs was afgelopen jaren allesbehalve saai. Maar veel betrokkenen lijken ontevreden, constateert Studium Generale: universiteiten zijn te prestatiegericht geworden en hebben wel erg veel regels en controlesystemen. De drie sprekers delen die mening, maar over de oorzaken zijn ze minder eensgezind.
Wat is de oorzaak?
De natuurwetenschappen, zegt Willem Otterspeer, hoogleraar Universiteitsgeschiedenis, Universiteit Leiden.
Bèta-invloeden zijn vreemd en vijandig aan de humaniora, betoogt Willem Otterspeer. Hij heeft niets tegen natuurwetenschappen, bewondert ze zelfs, benadrukt hij. Ook zijn ze enorm succesvol geweest, zowel qua resultaten als qua valorisatie. Maar, vindt Otterspeer, de hele universiteit heeft de werkwijze van de natuurwetenschappers overgenomen. ‘De fetisj van het getal is ook de humaniora binnengedrongen.’ En met de cultuur veranderen de vragen die geesteswetenschappers stellen. Hij is er niet gelukkig mee. ‘Imponderabilia kun je niet op de weegschaal leggen.’
New public management, zegt Sandra Groeneveld, hoogleraar Publiek management, Instituut Bestuurskunde, Universiteit Leiden.
Net als andere publieke instellingen ontkomen universiteiten sinds de jaren 90 niet aan new public management, aldus Sandra Groeneveld. Deze nieuwe manier om de publieke sector aan te sturen betekent vooral meer marktwerking en het op enige afstand van de overheid plaatsen van publieke instellingen. Ook universiteiten kregen dus te maken met managementtermen als efficiency, prestatiegerichtheid, controleerbaarheid en spaarzaamheid. Maar, betoogt Groeneveld, wellicht zijn ze doorgeschoten in hun ijver. Universiteiten lijken de prestatieafspraken die ze zelf maken met de overheid ook binnen hun organisaties door te voeren. Elk organisatieonderdeel krijgt te maken met regels en controle of die wel worden nageleefd. En dat is jammer, aldus Groeneveld, want universiteiten hebben behoorlijk wat vrijheid om hun organisatie zelf in te richten.
Het systeem is structureel ambivalent, zegt Erik Bähre, universitair docent, Instituut Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie, Universiteit Leiden.
Het neoliberalisme, waaruit new public management voortkwam, leent zich niet erg goed om de problemen op de universiteit te analyseren, aldus Erik Bähre. De universiteit voldoet namelijk niet aan de karakteristieken van een markt, zoals het neoliberalisme die definieert. Studenten krijgen geld om te studeren, ze hebben recht op onderwijs door hun burgerschap en tenslotte: kennis is geen product. ‘Je kan het niet uit de schappen halen, je moet het verwerven en verwerken.’
Passender is het volgens Bähre om aan de universiteit te denken in termen van distributie: er is geld in een pot en de overheid verdeelt het. Dat systeem brengt een structurele ambivalentie met zich mee, betoogt hij. Goederen kunnen namelijk gedistribueerd worden op een manier waarbij iedereen hetzelfde wordt behandeld, of via persoonlijke netwerken. Beide hebben voor- en nadelen; deze kenmerken verklaren volgens Bähre veel van de huidige spanningen binnen de universiteit.
Wat voor universiteit is wenselijk?
Een brede intellectuele middenstand, zegt Willem Otterspeer.
Haal een jaar van de middelbare school af en voeg dat toe aan de bachelor. Daarvoor pleit Otterspeer. Het gymnasiale onderwijs dat hijzelf genoot in de jaren 70 komt niet meer terug, realiseert hij zich. Maar daardoor is wel een breed gevormde intellectuele middengroep aan het verdwijnen, die de maatschappij keihard nodig heeft. De universiteit kan met een extra jaar een brede bachelor opzetten, met aandacht voor talen, kunst en cultuur.
Vertrouwen in wetenschappers, zegt Sandra Groeneveld.
‘Doe eens gek en ga er eens vanuit dat wetenschappers verliefd zijn op hun eigen vak.’ Vertrouwen op de intrinsieke motivatie van wetenschappers, dat zouden universiteiten volgens Groeneveld eens kunnen proberen. Deze vorm van motivatie wordt nu vaak weggerationaliseerd, betoogt ze, door regels en controle op de uitvoering daarvan. ‘Maar meetbare doelen zijn niet altijd mogelijk op een universiteit, bijvoorbeeld omdat doelen ambigu zijn.’ Doelen stellen kán echter wel, denkt ze: ‘Maak gebruik van de brains die je hebt in je instelling en decentraliseer.’
Verander de definitie van succes, zegt Erik Bähre.
De overheid is bezig een nieuw distributiesysteem op te zetten voor wetenschap, aldus Bähre, met het opstellen van de Nationale Wetenschapsagenda en de bijbehorende routes. Hoe moeten wetenschappers daarmee omgaan? Bähre ziet het niet zitten met neoliberale bril naar wetenschapsgebieden te kijken – nogmaals: onderzoek en hoger onderwijs zijn geen markt. In plaats daarvan haalt hij een onverwacht voorbeeld aan: monniken in Myanmar die bij wijze van staking weigerden giften aan te nemen van militairen. Vreemd? Het hangt er maar vanaf waaraan je waarde hecht, aldus Bähre. De boycot betekende voor de Myanmarese militairen existentiële en religieuze onzekerheid. Parallel daaraan hoeft het vakgebied met de meeste publicaties of subsidies niet bovenaan in elke ranking te komen. ‘Je kan de definitie van succes ook veranderen.’
Maandelijkse serie
Studium Generale is van plan maandelijks een bijeenkomst te houden voor iedereen die wil meediscussiëren onder de vlag Wat bezielt de universiteit? Vragen die in de reeks aan de orde kunnen komen zijn: Hoe verhoudt de universiteit zich tot de samenleving? Wat is goed onderwijs en onderzoek? Wat kan een universiteit – en wat niet?
De eerstvolgende bijeenkomst staat gepland op 23 mei, van 19:30 tot 21:00 uur in het Academiegebouw. De invulling van de avond is nog niet bekend; de organisatie houdt zich aanbevolen voor suggesties.