Universiteit Leiden

nl en

Jihadistische netwerken veranderen snel van vorm

De groepsstructuren van jihadistische netwerken veranderen snel. Dat maakt het lastig om ze in de gaten te houden, blijkt uit onderzoek van criminoloog Jasper de Bie. Promotie op 14 april.

Vier jaar lang onderzocht De Bie jihadistische netwerken. In die periode nam hij 14 Nederlandse jihadistische netwerken en 209 personen onder de loep. ‘Wat opvalt is dat de organisatiestructuur van de jihadistische netwerken de afgelopen jaren sterk is veranderd. De ondergrondse groeperingen hebben dus geen vast karakter, maar passen zich aan de omstandigheden aan.’

Charismatische ronselaar

De vroege jihadistische netwerken – tussen 2000 en 2003 – waren volgens De Bie hiërarchisch georganiseerd. ‘Ze waren vaak opgedeeld in afzonderlijke cellen met elk een buitenlandse jihadist als leider. Iedere cel had één charismatische ronselaar en een stel volgzame rekruten.’ Vaak wilden de jihadisten moslimlanden bevrijden van ongelovige leiders.

Home-grown radicalen

Dat veranderde volgens de promovendus rond 2003. Westerse inmenging in landen als Afghanistan en Irak zette kwaad bloed onder moslims, ook in Nederland. Dat merkte je in de jihadgroepen: langzaam maar zeker vervingen jihadisten van eigen bodem de buitenlandse leiders. Deze home-grown radicalen waren vaak tweede generatie allochtonen. Tegelijkertijd werd de hiërarchie ingeruild voor vlakkere en meer fluïde netwerkstructuren. De Bie: ‘Dat komt onder meer door de opkomst van internet en sociale media. Dat maakt het onderling contact gemakkelijker, en daardoor minder hiërarchisch.’ Door de steeds veranderende netwerkstructuren is het voor opsporingsdiensten lastig om grip te krijgen op de jihadisten.

Sleutelfiguren

De Bie vond echter ook veel constante factoren binnen de jihadistische groepen. Die bieden volgens de promovendus enig houvast voor de bestrijding van het extremistische gedachtegoed. De Bie: ‘Iedere groepering heeft specifieke kernleden en brokers – een soort makelaars die helpen bij het vertrek naar conflictgebieden zoals Syrië. Als de opsporingsdiensten deze sleutelfiguren kunnen opsporen en oppakken, kunnen netwerken eerder uit elkaar vallen.’

Slecht in compromissen

Een andere constante factor is de aanwezigheid van motiverende en demotiverende factoren. Ideologische discussies werken binnen jihadgroepen in principe motiverend, maar in de praktijk slaan ze vaak om in conflicten. De Bie: ‘Je zou die conflicten bewust kunnen voeden door de groepen te voorzien van onjuiste informatie. Een ruzie escaleert al snel, omdat jihadisten slecht zijn in het sluiten van compromissen. Dat is een zwakke plek.’

Tekst loopt door onder video

Risicofactoren

Maar let op: niet alle interventies pakken goed uit. Zo blijkt uit onderzoek van De Bie dat jihadisten geregeld status ontlenen aan gevangenisstraffen. Een demotiverende maatregel wordt zo omgezet in een motiverende. ‘Ook moeten we er ons bewust van zijn dat geopolitieke componenten voortdurend een belangrijke rol spelen,’ zegt De Bie. ‘Nederlandse deelname aan de coalitie tegen terreurbeweging ISIS kan dus een motiverende factor zijn voor het uitreizen naar jihadistische strijdgebieden.’

Telefoontaps en verhoren

Het onderzoek van De Bie is bijzonder omdat hij uitzonderlijk veel informatie van justitie en politie mocht inzien. Zo bekeek hij afgetapte telefoongesprekken, verdachtenverhoren, resultaten van huiszoekingen en getuigenverklaringen. Ook interviewde hij agenten, imams en advocaten, en woonde hij rechtbankzittingen bij.

Participerende observatie

Volgens De Bie moet vervolgonderzoek zich concentreren op de ontstaansredenen van jihadistische groepen. ‘De ontstaansgeschiedenis van jihadistische groeperingen blijft een heimelijk gebied. Mogelijk kan door middel van participerende observatie onderzocht worden hoe en wanneer jongeren precies een netwerk starten.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.