Eva Mol wint de Van Woudenberg Dissertatieprijs
Op zaterdag 16 april heeft Eva Mol in Amsterdam uit handen van hoogleraar Middeleeuwse Geschiedenis Catrien Santing (RUG) de Van Woudenberg Dissertatieprijs ontvangen. Deze prijs wordt één keer per twee jaar uitgereikt door de Stichting Vrienden van het KNIR (gelieerd aan het Koninklijk Nederlands Instituut te Rome), aan het beste proefschrift op gebied van Italiëstudies (Oude Geschiedenis, Italiaanse Taal en Cultuur, Kunstgeschiedenis, Klassieke Talen en Archeologie) in Nederland.
Dissertatie
Eva Mol is vorig jaar in Leiden gepromoveerd in de Mediterrane Archeologie op de dissertatie: ‘Egypt in material and mind: the use and perception of Aegyptiaca in Roman domestic contexts of Pompeii’ (promotores Miguel John Versluys en Raymond Corbey). In haar dissertatie heeft Eva de perceptie en integratie van Egyptische materiële cultuur in Romeinse huiscontexten onderzocht, waarbij ze de archeologische site Pompeii (tussen de 1e eeuw voor en 1e eeuw na Chr.) als casus gebruikte. Door een zelfontwikkelde benadering met behulp van recente ontwikkelingen op het gebied van object agency theorieën, perceptiestudies en onderzoek naar relationele ontologie en netwerken, heeft ze een complexer en dynamischer verklaringsmodel gepresenteerd voor het gebruik van deze objecten. Hierdoor is aangetoond dat Egyptische artefacten niet als één categorie kan worden beschouwd, omdat deze op zeer verschillende manieren integreerden in het Romeinse Rijk, en vaak helemaal niet als exotisch of Egyptisch gezien werden, maar juist een geïntegreerd deel vormden van de materiële neerslag in Pompeii en op deze manier een belangrijke rol speelden binnen de sociale dynamiek in Romeinse huizen.
Oordeel jury
De jury bestond deze ronde uit Frits Scholten, kunsthistoricus en lid van de Wetenschappelijke Adviesraad van het KNIR, Jeremia Pelgrom, hoofd archeologie van het KNIR, Koen Hilberdink, letterkundige en beleidsadviseur bij de KNAW, en als voorzitter Catrien Santing, historica en huidige voorzitter van de Vrienden van het KNIR. Volgens het juryrapport is het proefschrift “methodologisch zeer vernieuwend” en hanteert het een “actueel en filosofisch geïnspireerd perspectief ..dat laat zien hoe invloeden van elders zo toegeëigend kunnen worden dat ze de eigen identiteit versterken”.
De Van Woudenberg Dissertatieprijs bestaat uit een geldprijs van 2500 euro en een vliegticket naar Rome.
De prijs wordt gefinancierd uit een legaat van Gerda van Woudenberg. Van Woudenberg (1911-1995) was neerlandica en vertaalster, werkzaam in Italië. Zij bracht de Nederlandse taal en cultuur onder de aandacht van een Italiaans publiek, onder andere door haar Italiaanse vertaling (1969) van J.C. Brandt Corstius‘ Geschiedenis van de Nederlandse literatuur (1959) en de bundel Poesia olandese contemporanea (1959), een bloemlezing van moderne Nederlandse poëzie die zij samen met Francesco Nicosia bezorgde. Zij publiceerde verder voornamelijk over het werk van Louis Couperus. In 1961 werd Van Woudenberg’s vertaalwerk bekroond met de Martinus Nijhoff Prijs.
De Van Woudenberg dissertatieprijs bestaat nu vier jaar en is eerder ook uitgereikt aan een Leidse promovendus: Han Lamers ontving de prijs 2 jaar geleden.