Universiteit Leiden wordt groener
Van ondergrondse warmtewisselaars op het Bio Science Park tot watertappunten in elk universiteitsgebouw ter vervanging van drinkwaterkoelers. De Universiteit Leiden kleurt de komende jaren steeds groener, meldt het nieuwe milieubeleidsplan.
‘We moeten niet de middenmoot zijn, we moeten voorop lopen.’ Dat zei rector magnificus Carel Stolker tijdens zijn nieuwjaarstoespraak over de milieuambities van de Universiteit Leiden, vertelt Jeroen Wayenberg. Stolker liep hiermee vooruit op het nieuwe milieubeleidsplan van de universiteit, dat het college van bestuur op 16 februari voorlopig vaststelde. Energiecoördinator Wayenberg hoorde samen met hoofd Veiligheid en Milieu Adri Noort tot het projectteam dat het plan schreef.
Laag op ranglijst
Het plan behelst een uitgebreide lijst nieuwe milieuprojecten voor de komende jaren, van energie tot afval en van onderwijs tot onderzoek. Maar milieu was al heel belangrijk voor de universiteit en er lopen al heel wat projecten, aldus Noort. Toch scoorde Leiden op de milieuranglijst voor hogescholen en universiteiten SustainaBul de laatste jaren minder goed dan voorheen. ‘Dat kwam vooral dat wat we niet altijd zichtbaar maakten wat we allemaal deden’, aldus Noort.
Milieubeleidsplan groot aangepakt
Het nieuwe milieubeleidsplan was een ideale gelegenheid dat te veranderen. ‘We hebben het meteen groot aangepakt’, vertelt Noort. ‘Normaal schrijven een of twee ambtenaren zo’n plan, nu waren veel meer leden van de universitaire gemeenschap betrokken: studenten, de decaan van W&N, collega’s van communicatie en externe experts. We hebben er lang over gedaan, maar het plan dat er nu ligt, wordt dan ook breed gedragen.’
Oude gebouwen
Een fors deel van het plan beschrijft plannen om het energiegebruik van de universiteit terug te dringen. Niet gemakkelijk, aldus Noort, want de Universiteit Leiden heeft veel oude gebouwen en hecht daar ook aan. ‘Het is een extra uitdaging om die energiezuinig te krijgen: niet alles kan en mag, dat maakt aanpassingen vaak duurder. Maar bij renovaties en natuurlijk bij nieuwbouw houden we altijd rekening met energieprestaties.’
Warmte-koudeopslag
Een goed voorbeeld daarvan is de nieuwe Bio Science Campus, vertelt Wayenberg. De daar aanwezige Gorlaeuslaboratoria zijn ronduit slecht geïsoleerd. ‘Als er sneeuw lag, bloeiden tot 5 meter rondom het Gorlaeus de krokussen, zoveel warmte kwam er vrij.’ Met het gefaseerd vervangen van de oude gebouwen door nieuwbouw zal het jaarlijkse gasverbruik van deze locatie dalen van 2,5 miljoen kubieke meter naar 40 duizend. Dat is voor een groot deel te danken aan ondergrondse warmte-koudeopslag, een systeem dat gebouwen in de zomer koelt en in de winter verwarmt. Een grote investering, aldus Wayenberg, ‘maar wel een die zich op termijn terugbetaalt’.
Besparingswedstrijden
Warmte-koudeopslag levert enorme milieuwinst op, beaamt ook Noort. ‘Alleen: je ziet er niets van. Daarom gaan we veel meer dan voorheen naar buiten brengen wat we doen.’ Een voorbeeld daarvan is een dit jaar te lanceren duurzaamheidsdashboard, haakt Wayenberg enthousiast aan. Op deze nieuwe webpagina staan straks verdeeld over Bio Science Campus, Leiden binnenstad en Den Haag alle universiteitsgebouwen, blauw weergegeven. ‘Als je ze aanklikt verschijnt een foto van het gebouw met informatie over gas-, water- en elektriciteitsverbruik, CO2-uitstoot en BREEAM-score’ – de laatste is een maat voor duurzaamheid. ‘Zo kan iedereen zelf zien wat het energiegebruik is. De faculteiten zouden in de toekomst bijvoorbeeld besparingswedstrijden kunnen houden op basis van de vergelijkingssite, om maar iets te noemen.’
Green office
Maar de goede waarnemer zal ook zelf veranderingen opmerken. Zo komen er volgens planning 1500 zonnepanelen op gebouwen in de Leidse binnenstad. Er komt een Green office, waar vier studenten betaald aan duurzaamheidsplannen voor de universiteit kunnen werken. Een ruimte aan de Reuvensplaats wordt momenteel in gereedheid gebracht en binnenkort kunnen studenten solliciteren. En de kantines gaan, indien mogelijk, voor 80 procent van de productgroepen biologische of lokale producten aanbieden. ‘Als de klanten het willen’, voegt Noort toe, ‘maar dat gaan we zeker aanmoedigen.’ Wat dat betreft is de tijdgeest gunstig, vindt hij. ‘De maatschappij is bezig aan een omslag, de kunst is daarbij nog een beetje te helpen.’
Een greep uit de projecten van het nieuwe milieubeleidsplan
- De jaarlijkse hoeveelheid afval per student daalt tot maximaal 25 kilo in 2020.
- Vanaf 2016 kiest de universiteit bij nieuwe bedrijfswagens voor milieuvriendelijke varianten.
- Mogelijk komt er op termijn een algemeen vormend verplicht kern-curriculumvak ‘duurzaamheid’ in elke bachelor.
- Bij dienstreizen korter dan 6 uur is de trein de norm.
- Op grotere universiteitslocaties komen gescheiden inzamelpunten voor papier, plastic en bedrijfsafval.
- In 2016 neemt de universiteit afscheid van de waterkoelers; ieder gebouw krijgt tappunten voor kraanwater.
- Grotere parkeerlocaties krijgen oplaadpalen voor auto’s.