Veldwerk in Noord-Korea
Noord-Korea is slecht toegankelijk. Dat maakt ook wetenschappelijk veldwerk erg ingewikkeld. Koreadeskundige Valérie Gelézeau vertelde over haar ervaringen tijdens een lunchlezing van het International Institute for Asian Studies (IIAS) op 16 februari.
Antropologen maken graag een ‘thick description’ van de werkelijkheid. Deze term – bedacht door de bekende wetenschapper Clifford Geertz – betekent zoveel als het beschrijven van het menselijk gedrag in de context waarin het voorkomt. Zonder die context gaan sommige interpretaties verloren.
‘In afgesloten gebieden zoals Noord-Korea is het echter veel lastiger om zo’n ‘thick description’ te maken’, zegt Gelézeau. Zij was tot voor kort verbonden aan de Universiteit Leiden, en werkt inmiddels bij het Centre for Korean Studies van het EHESS in Parijs. De afgelopen jaren ging ze meerdere keren naar Noord-Korea om veldwerk te doen.
Maar mag je het wel veldwerk noemen? De korte, georkestreerde bezoeken aan Noord-Korea hadden soms meer weg van studiereizen. De bezoekers werden begeleid door Noord-Koreaanse ‘gidsen’, en afgezonderd van de Noord-Koreaanse bevolking. Daardoor was er geen gelegenheid om te werken aan een ‘thick description’ à la Clifford Geertz.
Gelézeau: ‘Vergelijk het met veldwerk in een gevangenis, of onderzoek in een kerncentrale waar strenge veiligheidsmaatregelen gelden. Ook daar krijg je vaak niet de ruimte om de hele context te schetsen. In dat opzicht is Noord-Korea dus niet uniek.’
Het is volgens Gelézeau een mythe dat de huidige generatie Koreaonderzoekers een volledig en objectief beeld van het land neer kan zetten. Dat vereist een solide netwerk, betere taalbeheersing en dus meer tijd. Wel draagt het huidige veldwerk bij aan het op gang brengen van de discussie, zodat een volgende generatie Koreadeskundigen op de eerste ervaringen kan voortbouwen.
IIAS organiseert regelmatig bijeenkomsten op het gebied van Aziëstudies. Deze bijeenkomsten zijn vaak openbaar toegankelijk.