Plezier belangrijker dan winst bij Taalkunde Olympiade
Afgelopen zaterdag 5 februari vond in Leiden de zestiende editie van de Taalkunde Olympiade plaats. Honderdvijfentwintig scholieren uit 4, 5 en 6 VWO namen voor één middag plaats in de collegebanken van het Lipsius (Faculteit Geesteswetenschappen) en kregen vragen voorgeschoteld over onder meer het Orchonschrift en het Ojibwe. De vier leerlingen met de hoogste score mogen naar India voor de Internationale Taalkunde Olympiade, maar voor de scholieren was het vooral belangrijk dat ze een middag mochten puzzelen.
Het Pre-University College en LUCL (Leiden University Centre for Linguistics) organiseren de Taalkunde Olympiade als toevoeging op taalonderwijs op de middelbare school. “We willen scholieren op deze manier een uitdaging bieden”, legt Annebeth Simonsz (Onderwijscoördinator Pre-University College) uit. “Taalkunde is op middelbare scholen vaak geen vast onderdeel van de lesstof, waardoor we scholieren iets extra's kunnen bieden.” Tweehonderd scholieren namen eind vorig jaar deel aan de online voorrondes, waarvan er honderdvijfentwintig naar Leiden mochten komen voor de olympiade.
Chalacatongo Mixteeks wiskundiger dan Nederlands
Nu het zover is, is het in het Lipsius muisstil en klinkt er alleen geritsel van papier. Nadat drie van de zes opgaven zijn gemaakt, is het tijd voor een pauze waarin de deelnemers hun ervaringen uitwisselen. “Ik heb verrassend veel van de opdrachten af kunnen krijgen”, vertelt Tünde Meijer (15, Corderius College Amersfoort) enthousiast aan haar schoolvriendinnen. Rieke Buitendijk (15, eveneens Corderius College) legt daarna uit dat wiskundige kwaliteiten net zo belangrijk zijn als taalinzicht. “Het gaat misschien nog wel meer om het leggen van verbanden dan om specifieke talenkennis.” Voor Linda Kok (15, Het Lyceum Vos Vlaardingen) waren de opdrachten waarbij wiskundig inzicht nodig was, gemakkelijker dan de specifieke taalvragen. De vraag over het Chalcatongo Mixteeks (een Mexicaanse taal) ging haar bijvoorbeeld goed af, terwijl ze de opdracht over de Nederlandse taal heel moeilijk vond. “Niemand spreekt zo'n Mexicaanse taal, daar kun je je dus ook niet op voorbereiden”, legt haar vader Kees-Jan Kok (48) uit. Met inzicht kwam ze bij de Nederlandse taal minder ver. “Daar begreep ik de vraag soms niet eens, er kwam veel minder wiskunde aan te pas”, vult Linda aan.
Docenten doen ook mee
Naast scholieren, zitten er ook enthousiaste docenten in de zaal. “Ik ben met een hele groep scholieren naar Leiden gekomen”, vertelt Henkjan Sprokholt (docent Klassieke Talen Coornhert Gymnasium Gouda) trots. Hij komt elk jaar naar de olympiade en neemt de opdrachten mee terug naar zijn lessen op school. “In het tweede jaar begin ik bijvoorbeeld met Swahili en Arabisch, de makkelijkste talen.” In die lessen maakt hij ook gebruik van de opdrachten uit de olympiade. “De leerlingen vinden dit soort taalkundige puzzeltjes leuk”, aldus de docent Nadat de vier uur voor de opdrachten verstreken zijn, worden alle opgaven ingeleverd. In de komende maand wordt alles nagekeken en becijferd op basis van een goed antwoord en bijpassende redenering. Op 5 maart, tijdens de Open dag van de Universiteit Leiden, horen de scholieren wie er naar India mag voor de Internationale Taalkunde Olympiade. De vier scholieren met de hoogste score krijgen tevens een abonnement op het tijdschrift Onze Taal. Voor veel scholieren is winnen echter niet het belangrijkste. “Ik vind het vooral leuk om puzzels op te lossen”, verklaart Linda. Ook de meiden van het Corderius in Amersfoort bewijzen dat het vooral om het plezier gaat. “Winnen? Nee hoor!”, lachen ze in koor.