Welmoet Wels wint de facultaire Jongbloed scriptieprijs 2015
De wereld is vol oorlog, en geen oorlog is zonder doden. Wat gebeurt er met de lichamen van dodelijke slachtoffers van oorlogsgeweld? De winnaar van de facultaire Jongbloed scriptieprijs 2015 is Welmoet Wels (Internationaal Publiek Recht). Haar scriptie Dead body management in armed conflict: paradoxes in trying to do justice to the dead onderzoekt de praktijk van het hanteren van oorlogsdoden vanuit internationaal-rechtelijk perspectief.
Welke rechten hebben dodelijke slachtoffers?
De start is een analyse van de ontwikkeling van de regelgeving omtrent oorlogsdoden in het internationaal humanitair recht. Deze regelgeving is gestoeld op de basisprincipes van integriteit van het lichaam, het belang van identificatie, de noodzaak tot het delen van identiteitsinformatie, en respectvol begraven. Deze principes en daaruit voortkomende grondregels geven blijk van het bestaan van een algemene plicht tot dodenzorg in tijden van oorlog. Praktijkhandboeken over het opruimen van (massale) doden in tijden van ramp, waaronder gewapend conflict, streven naar een zo respectvol mogelijke oplossing voor de doden, maar verhouden zich voor het overige niet duidelijk tot de regelgeving uit het oorlogsrecht. Ook het internationaal strafrecht en de internationale mensenrechten staan op gespannen voet met de dodenregelgeving uit het internationaal oorlogsrecht, maar hebben ook met elkaar een moeizame relatie op dat vlak. Het opgraven van oorlogslijken ten bate van internationaal strafrechtelijk onderzoek reduceert het dode lichaam tot een corpus delicti voor zolang als nodig voor de strafzaak; de mensenrechten schrijven echter voor dat familieleden het recht hebben om te weten wat er met hun geliefden is gebeurd, en snelle identificatie en teruggave van de lichamen aan naasten is daarbij een essentieel punt. Tot slot onderzoekt de scriptie de vraag: wat zit er áchter de basisprincipes van integriteit en respect voor het dode mensenlichaam? Kan men afleiden uit de verplichtingen ten aanzien van het hanteren van oorlogsdoden en met name de achterliggende principes van integriteit en respect, dat deze doden rechten hebben?
Aanbevelingen vervolgonderzoek
Nader onderzoek naar de status van de oorlogsdode in het internationaal recht zou deze vragen helpen beantwoorden en meer inzicht geven in de precieze reikweidte van deze plicht tot dodenzorg onder het internationaal oorlogsrecht. Ook verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor het niet nakomen van deze plichten behoeven nadere beschouwing; kan het niet naleven of doelbewust schenden van deze regels gezien worden als oorlogsmisdaad? Verder onderzoek zou de spanningsvelden en paradoxen ten aanzien van de zorg oorlogsdoden tussen de verschillende rechtsgebieden kunnen helpen verminderen, en zo bijdragen aan beter recht doen aan de dodelijke slachtoffers van oorlog.
Scriptiebegeleider Dr. Eric De Brabandere
“De scriptie is een uitstekend werk over een tot nog toe heel weinig onderzocht onderwerp, namelijk hoe het internationaal recht omgaat met overleden slachtoffers van, voornamelijk, gewapende conflicten. De scriptie is logisch gestructureerd, grondig geargumenteerd, en berust voornamelijk op onderzoek van primaire bronnen. De aanpak van Mw. Wels is gebaseerd op een algemene visie op het internationaal recht, waardoor de verschillende deelgebieden van het internationaal recht die van belang kunnen zijn voor de kwestie - mensenrechten, humanitaire recht, algemeen internationaal recht- aan bod komen en grondig geanalyseerd worden.” Dr. Eric De Brabandere- Universitair Hoofddocent Internationaal Publiek Recht.
De drie winnende scripties 2015
- Welmoet Wels: Dead body management in armed conflict: paradoxes in trying to do justice to the dead. Scriptiebegeleider: Dr. E.P.C.D.C. de Brabandere
- Willem Rijnenberg: De tweede volzin van artikel 7:55 BW. Scriptiebegeleider: Prof. Mr. Dr. E. Koops
- Joost Luiten: Investeren in Procederen. De plaats van Third Party Litigation Funding in het Nederlands recht. Scriptiebegeleider: Prof. mr. W.H. van Boom
Winnaars voorafgaande jaren
2013-2014 Coen Vernooij (Levenslang en de strafrechter: Een onderzoek naar de invloed van het Nederlandse gratiebeleid op de oplegging van de levenslange gevangenisstraf door de strafrechter)
2012-2013 Ruben de Graaff (Something old, something new, something borrowed, something blue?)
2011-2012 Victor Bouman (De baai geblokkeerd: Piraten in het nauw?)
2010-2011 O.C.J. Klaver (Gegarandeerde kwaliteit? De toepassing van het depositogarantiestelsel op de notariële kwaliteitsrekening)
2009-2010 Iryna Levdokymova (The EU-US SWIFT Agreement: Which Fate under the Lisbon Data Protection Framework)
2008-2009 Lisette Valk (CVA-Ketenzorg: medische of juridische kopzorg)
2007-2008 Peter van Schijndel (Identiteitsdiefstal)
2006-2007 Sander David Dikker Hupkes (What Constitutes Occupation? Israel as the occupying power in the Gaza Strip after the Disengagement)
2005-2006 Erik Kok (A membership approach. The legal status and loss of protection of members of non-governmental armed groups under the law of non-international armed conflict)
2004-2005 Kasper Jochem Olivier Jansen (Kennis van de Laedens als vereiste voor onrechtmatigheid)
2003-2004 Dianne Johanna Maria Beurskens (Wederzijdse bijstand volgens Napels II)
2002-2003 Nadia Djebali (Procedures ter beslechting van interstatelijke verrekenprijsgeschillen)
2001-2002 Felix Benjamin Ronkes Agerbeek (Zeg ik dat goed? EU-ambtenaren en hun vrijheid van meningsuiting)
2000-2001 Karlijn Teuben (Rechterlijke afspraken als “Recht in de zin van art.99 wet RO)
1999-2000 P.M. Waszink (Judicial Activism)
1998-1999 H.J.T.M. Roosmalen (The King can do no wrong)
1997-1998 T.C. Leemans (Uitvinding in dienstbetrekking)
1996-1997 Johannes Jacobus Catharinus van de Graaff (Defiscalisering van de Algemene Bijstandswet)
1995-1996 Jacob Hendrik van der Winden (Ik voel me alleen! Zij zijn machtig en met velen. Geen vrijplaats voor folteraars? Het universaliteitsbeginsel in het internationale recht)
1994-1995 Pauline Laan (Algemene voorwaarden in het handelsverkeer)