Onderhandelaar in Syrië
Alumnus Jeffrey Jonkers overlegt met de regering Assad, burgers en zelfs met IS.
Binnenkort begint in Genève het VN-vredesoverleg over Syrië. Jeffrey Jonkers adviseert achter de schermen. De bestuurskundige werkt in Syrië voor de Britse organisatie Peaceful Change Initiative. Hij adviseert een netwerk van vijftig Syrische burgeronderhandelaars die verschillende organisaties en rebellengroepen vertegenwoordigen.
Hoe vlot het vredesproces?
‘Beter dan verwacht. De regering Assad schuift voor het eerst aan bij de onderhandelingen in Genève. Dat had niemand verwacht. Maar we kunnen nog niet al te snel concrete resultaten verwachten. We hopen dat hier een proces in gang wordt gezet dat leidt naar een datum voor het staakt-het-vuren. Maar het heeft geen zin om dat al te sterk te pushen, want dan gaan de partijen zich er niet aan houden. Mensen moeten eerst het vertrouwen krijgen dat ze hun leven weer kunnen opbouwen. En als de gesprekspartners het eens worden, kunnen ze samen een front vormen tegen Islamitische Staat en de terreurbeweging Al-Nusra die niet mee doen aan de onderhandelingen.’
Wat is jouw rol in het onderhandelingsproces?
‘In Genève zit ik niet aan de onderhandelingstafel. Het zijn politieke onderhandelingen en deelname zou mijn neutrale positie schaden. Ik coach achter de schermen. Ik adviseer vijftig Syrische burgeronderhandelaars die uiteenlopende organisaties en rebellengroeperingen vertegenwoordigen. In de praktijk ben ik vooral aan het overleggen met de verschillende groepen en probeer hen nader tot elkaar te brengen. Ook willen ze hulp bij uitstippelen van hun strategie. Zo staat in de ontwerpresolutie van de Verenigde Naties nog niets over de terugkeer van burgers die verdreven zijn. Ik adviseer hen hoe ze dat punt op de agenda kunnen krijgen.’
IS doet niet mee aan deze VN-onderhandelingen. In Syrië spreek je wel met vertegenwoordigers van IS. In hoeverre is overleg mogelijk?
‘Ik bespreek nooit ideologie met IS en het gaat ook niet over terugtrekking. Dat heeft geen enkele zin. Het gaat om heel praktische zaken, zoals basisvoorzieningen als drinkwater in stand houden. Daar heeft IS ook baat bij. Er wonen zo’n 8 miljoen mensen in de gebieden die nu in handen zijn van IS. Ik spreek zeker niet met de gewone soldaten, maar met de hogeren in rang. Dat gaat overigens meestal per telefoon, omdat ze zich vaak verschuilen. Daarnaast overleg ik dikwijls met lokale ambtenaren en vertegenwoordigers van de stammen. De stamverbanden heeft IS nog grotendeels in tact gelaten.’
Hoe gevaarlijk is dit werk voor jou?
‘Natuurlijk is het gevaarlijk. Maar gek genoeg ben ik niet vaak bang, misschien heeft dat wel deels een fysieke oorzaak: dat mijn hersenen niet snel naar angstgevoelens linken. Vaak bedenk ik achteraf in mijn hotelkamer dat een situatie, bijvoorbeeld bij een onbekende checkpoint, wel erg gevaarlijk was. Maar je kunt dit werk sowieso moeilijk doen als je telkens stil staat bij je eigen angst en afkeer. Want dat zal de situatie niet veranderen en het is niet in het belang van de lokale bevolking. Dat wil niet zeggen dat ik zomaar risico neem, ik probeer mijn werk zo rationeel mogelijk te doen.’
Altijd op reis
‘Dit werk neemt me volledig in beslag. Ik heb geen gezin en ben voortdurend op reis. Vaak weet ik niet waar ik de volgende maand ben. Ik heb een appartement aan de Turks-Syrische grens en ik heb nog spullen in Londen staan waar ik ook heb gewoond. Ik ben nu 36 en vraag me wel of hoe lang ik dit nog wil doen. Maar een gewone kantoorbaan zou niets voor mij zijn.’
Je studeerde bestuurskunde in Leiden. Komt je studie nog van pas?
‘Ja, absoluut. In mijn studie leerde ik hoe staten functioneren, in rijke en in onderontwikkelde landen. Wat er nodig is voor een staat om goed te kunnen werken. En hoe burgers zich tot hun staat verhouden. Ik gebruik mijn studieboeken nog steeds als referentiepunt en mensen in Syrië willen graag praten over de ideeën van de socioloog Max Weber die daar ook bekend zijn. Ook op een ander punt heb ik veel aan mijn studie: ik heb geleerd heel kritisch te denken. Alles wat je leest is een weerspiegeling van andermans ideeën.’
Vrijheid
‘Voor mij was ook belangrijk dat ik zoveel vrijheid kreeg tijdens mijn studie. Ik heb allerlei keuzevakken kunnen volgen, zoals over de islam. Mijn scriptiebegeleider stelde kritische vragen over mijn wens om onderzoek te doen in de Palestijnse gebieden, maar ze liet me wel gaan. Ze zei: ga er een maand naar toe en kom dan met een goed plan. Toen is alles gaan rollen. Ik ging er veldwerk doen en onderzocht de rechten van vrouwen. Daarnaast gaf ik ook workshops over mensenrechten en strategie want ik wilde ook wat geven aan de bevolking. Na mijn afstuderen kon ik in deze gebieden blijven werken voor hulporganisaties. Daarna heb ik onder andere in Afghanistan, Irak en Jemen gewerkt. Als mijn scriptiebegeleider me destijds niet had laten gaan, was het waarschijnlijk niet zover gekomen.’