Aanknopingspunten om kindermishandeling terug te dringen
Als mishandelende moeders huilende baby’s horen, reageert hun autonome zenuwstelsel niet sterk, blijkt uit onderzoek van Sophie Reijman, promovenda bij Algemene en Gezinspedagogiek. Wellicht biedt deze vinding aanknopingspunten om kindermishandeling terug te dringen. Promotie 16 december.
Zwakkere reactiviteit zenuwstelsel bij mishandelende moeders
Jaarlijks worden naar schatting 119.000 kinderen mishandeld. Reijman vergeleek moeders die in een behandeltraject zaten voor onder meer verwaarlozing en/of mishandeling van hun kinderen met moeders die hun kinderen niet mishandelden. Ze bekeek de reactie van het autonome zenuwstelsel (ANS), een van de stresssystemen van het lichaam. Ze mat hiervoor onder meer de hartslag en de huidgeleiding van de moeders terwijl ze luisterden naar huilgeluiden van baby’s. Het zenuwstelsel bleek zwakker te reageren bij de mishandelende moeders. Dit komt overeen met de ontoereikende zorg die deze moeders hun kinderen bieden, zegt Reijman. ‘De meest voorkomende vorm van mishandeling in onze steekproef was verwaarlozing, oftewel: verzuimen te voorzien in fysieke of emotionele behoeften van je kind.’
Verstoorde regulatie
In een meta-analyse van 12 studies naar fysiologische regulatie als risicofactor voor kindermishandeling bleek verder dat het autonome zenuwstelsel van mishandelende ouders in rust actiever was dan dat van niet-mishandelende ouders. ‘Beide resultaten wijzen op een verstoorde fysiologische regulatie bij mishandelende ouders. De activiteit en reactiviteit van het systeem komen niet overeen met wat er op dat moment nodig is. Kindermishandeling is vaak het resultaat van een wisselwerking van meerdere factoren. Maar met enige voorzichtigheid kunnen we stellen dat een verstoorde regulatie van het autonome zenuwstelsel een risicofactor is voor kindermishandeling.’
Onverwerkt trauma
Reijman vond ook dat mishandelende moeders met een trauma uit het verleden, zoals bijvoorbeeld seksueel misbruik, het verlies van een dierbare of zelf mishandeld zijn, daar op een incoherente manier over praatten tijdens een interview. ‘Het gaat bij dit interview niet alleen om wat iemand heeft meegemaakt, maar om de manier waarop iemand over ervaringen spreekt. De geïnterviewde kan bijvoorbeeld over een dierbare die overleden is praten alsof degene nog leeft, zonder deze tegenstrijdigheid zelf op te merken.’ Dergelijke indicaties van onverwerkt trauma kwamen vaker voor bij mishandelende moeders. ‘Zulke verwarringen kunnen zich ook thuis voordoen en de kwaliteit van hun ouderschap aantasten.’
Interventie
Kennis over risicofactoren bij kindermishandeling is volgens Reijman nodig om het verschijnsel terug te dringen.‘Misschien kunnen trainingen de verstoorde fysiologische reactie weer rechttrekken. Denk bijvoorbeeld aan bio-feedback. Hierbij worden lichaamssignalen, zoals de hartslag, opgenomen en op een beeldscherm weergegeven. Mensen krijgen zo inzicht in hun fysiologische functies en leren mogelijk controle uit te oefenen op de activiteit en reactiviteit van het autonome zenuwstelsel. Een volgende stap is onderzoeken of dergelijke trainingen helpen om kindermishandeling te verminderen.’