Sharia, steniging en homoseksualiteit
Er is meer aandacht voor ethiek binnen de sharia, het islamitisch rechtssysteem, dan gedacht. Dat bleek op jaarlijkse congres van het Leiden University Centre for the Study of Islam and Society (LUCIS). Wetenschappers uit de hele wereld bogen zich onder meer over de vraag hoe het moderne islamitisch recht omgaat met stenigen en rechten voor homoseksuelen.
Om met de belangrijkste conclusie van het LUCIS-congres te beginnen: er is aandacht voor ethiek binnen het islamitisch recht. En dat is opvallend, omdat het eeuwenoude recht door buitenstaanders toch vaak wordt gezien als een strenge, onwrikbare set van juridische regels. ‘Over allerlei onderwerpen werden de mogelijkheden van islamitisch recht verkend, bijvoorbeeld de mogelijkheid om steniging als straf af te schaffen’, vertelt prof.dr. Léon Buskens, die het recht in Moslim-gemeenschappen onderzoekt en aanwezig was op het congres.
Homoseksualiteit
Een ander opvallend onderwerp was homoseksualiteit: hoe gaat de islam daarmee om? ‘De spreker over het onderwerp in kwestie, Serena Tolino, was uiterst kritisch. Zij schetste de situatie in Egypte en zei dat ethische discussies over het onderwerp al snel worden gepolitiseerd. Dat bemoeilijkt het maatschappelijke debat.’ Andere lezingen gingen in op de islam en bio-ethiek en islam en familierecht.
Onderzoek voortstuwen
Afgezien van de wetenschappelijke resultaten is een congres als dit ook erg belangrijk voor verdere wetenschappelijke samenwerking. Buskens: ‘Leidende onderzoekers ontmoeten elkaar, bijna iedereen die het vak serieus neemt was er en ging met elkaar in debat. Dat is een belangrijke dimensie om onderzoek voort te stuwen. Verder was het congres niet alleen voor senior onderzoekers bedoeld, maar ook voor promovendi om contacten op te doen met eigen generatie onderzoekers in de wereld.’ De lezingen werden verzorgd door wetenschappers uit alle hoeken van de wereld: van de Verenigde Staten tot Finland, van Israël tot Indonesië.
Zie ook
Leids onderzoek naar de sharia
Ook Leids onderzoek richt zich specifiek op de sharia. De meeste moslimlanden worstelen om een goede balans te vinden tussen diepgewortelde tradities en moderne eisen, wereldse en religieuze wetten, conservatieve en moderne interpretaties van de sharia. Behoudende geestelijken aan de ene en groepen aan de andere kant oefenen overal druk uit op regeringen. Niet zelden heeft de sharia een repressiever gewoonterecht gecorrigeerd, bijvoorbeeld in Tanzania en Nigeria waar vrouwen volgens de lokale gewoonten geen enkel erfrecht hadden; de sharia biedt ze meer. Onderzoek naar rechtssystemen in moslimsamenlevingen helpt om ook dit soort ontwikkelingen te verhelderen.