Gifmengster Goeie Mie komt tot leven in Nacht van Kunst & Kennis
Ter ere van het 88ste lustrum van de Universiteit Leiden produceert het gerenommeerde Leidse muziektheatergezelschap De Veenfabriek een voorstelling over de Leidse gifmengster Goeie Mie. De Veenfabriek speelt het stuk twee keer in de Leidse Schouwburg op 19 september, in de nacht van Kunst & Kennis.
27 slachtoffers
De ogenschijnlijk hulpvaardige Maria Swanenberg, ook wel Goeie Mie genoemd, werd in 1883 ontmaskerd als de grootste gifmengster ooit: ze bleek ruim 100 buurtgenoten vergiftigd te hebben met arsenicum; 27 van hen overleden. Tot vandaag de dag spreekt haar verhaal tot de verbeelding en het inspireerde het Leidse muziektheaterensemble de Veenfabriek om de voorstelling te maken. De makers vertellen het indrukwekkende verhaal van de gifmengster en haar slachtoffers. De muzikanten begeleiden het stuk met beroemde operamuziek, waaronder Dido en Aeneas van Purcell en Orfeo van Monteverdi. Na afloop reflecteren twee Leidse wetenschappers op aspecten van Goeie Mie en haar goeie gedrag: een criminoloog en een farmaceut.
Ouderen en zieken verzorgen
Maria Swanenberg werd geboren in 1839 in Leiden. Het gezin leefde in voortdurende armoede. Omstreeks haar 30ste trouwde Maria met de grofsmid Johannes van der Linden. Met hem kreeg ze zeven kinderen. De bijnaam Goeie Mie kreeg Maria door haar begaandheid met anderen; ze stond altijd klaar om bij zieken aan het bed te zitten, op kinderen te passen en anderszins te hulp te schieten. Op een gegeven moment begon ze echter anoniem begrafenisverzekeringen af te sluiten op naam van mensen die ze kende, met zichzelf als begunstigde. Maar kennelijk had ze te weinig geduld om hun verscheiden af te wachten.
Eigen familie
Rond 1880 begon Maria met het stelselmatig vergiftigen van degenen op wie ze een verzekering had afgesloten. Ze kwam veel bij anderen thuis en wachtte dan de kans af om arsenicum in de soep of de pap te gooien. En dat deed ze in een steeds sneller tempo, bij steeds meer mensen tegelijk. Ze zag er ook geen been in om ook haar eigen familie naar gene zijde te helpen. Ze vergiftigde een schoonzus, neef Willem en diens broer Arend, alsmede een tante en zelfs haar eigen ouders. Lang wist ze de schone schijn op te houden. Maar wat ze deed was dan ook onvoorstelbaar. Het arseen haalde Mie bij een verfhandel, onder het voorwendsel dat ze haar huis ermee van ongedierte wilde zuiveren.
Gearresteerd
Mie werd behoorlijk welgesteld, ze streek 2000 à 3000 gulden op, in die tijd een vermogen. Veel plezier heeft ze er kennelijk niet aan beleefd, want ze gaf er nauwelijks iets van uit. Mie's praktijken kwamen aan het licht in 1883, toen ze probeerde het gezin van een schoonzus en een buurmeisje in één keer uit de weg te ruimen. Dat werd wat al te verdacht. En ze was gezien door een onderbuurvrouw. Mie werd gearresteerd, waarbij de fondsenkaart van het gezin van haar schoonzus bij haar werden aangetroffen. En toen ging de bal rollen: zeker vijftien lichamen werd opgegraven en ze vertoonden allemaal sporen van arseenvergiftiging. Goei Mie gaf er geen enkele blijk van spijt te hebben van haar daden.
Tuchthuis
In mei 1885 werd Mie in Den Haag veroordeeld tot een levenslang verblijf in een tuchthuis. Ze stond ook nog terecht in Leiden. De rest van haar leven verbleef ze in een tuchthuis in Gorkum. Ze overleed er in 1915 op 75-jarige leeftijd. Met haar macabere gedrag heeft Leidse Mie het Guinness Book of Records gehaald: nooit vergiftigde iemand méér mensen.
(1 september 2015/CH)
Zie ook