Met de ruzies binnen de SDAP kon je een krant vullen
Het merendeel van de leden van de vroege Sociaal Democratische Arbeiderspartij had geen politieke aspiraties, maar werd door familie of vrienden bij de partij gehaald. Dat ontdekte historicus Adriaan van Veldhuizen, gepromoveerd op op 30 juni 2015.
Levens aan elkaar puzzelen
De Sociaal Democratische Arbeiderspartij – voorloper van de PvdA – werd opgericht in 1894. Wie zich de partij in die dagen voorstelt als een eensgezinde, politiek geëngageerde groep mensen komt bedrogen uit. Adriaan van Veldhuizen dook in bronnen als partijkranten, memoires en statuten. Zo puzzelde hij de levens van de vroege partijleden aan elkaar. Zijn conclusie: veel leden werden door familie, vrienden of kroegkennissen overgehaald tot lidmaatschap en hadden geen politieke ambities.
De SDAP had toch een politieke doelstelling?
‘Absoluut. Het socialisme in Nederland bevond zich op dat moment in een splitsing, waarbij één stroming de omverwerping van het kapitalisme wilde bereiken door een revolutie. De andere stroming zocht de politieke weg, en de SDAP was opgericht door aanhangers van de laatstgenoemde richting. De meeste leden werden in groepen, via hun netwerk of in de kroeg, overgehaald tot lidmaatschap: “Jongens, ik heb iets nieuws: een politieke vereniging. Laten we samen een afdeling oprichten.” Zij waren vooral op zoek naar gezelligheid.’
Je schrijft dat er zich onder de leden veel slepende conflicten voordeden?
‘Juist omdat vriendschap en familie de basis vormde van veel groepjes leden werden ruzies binnen de context van de partij uitgevochten. Een bekend voorbeeld is een van de oprichters die in bed werd aangetroffen met de vrouw van een partijgenoot. Al deze ruzies kwamen onder meer terecht in partijkrant Het Volk. Het werden er zelfs zoveel dat iemand voorstelde om alle ruzies in een apart katern te plaatsen, zodat hij dat stuk dan meteen kon weggooien.’
Is het dan geen wonder dat de partij het heeft overleefd?
‘Aan de ene kant wel. Maar een betrokken groep leden ging door met de ontwikkeling van een politieke strategie en was daarin ook succesvol. Een van de opvallende dingen uit mijn onderzoek is ook dat leden met politieke motivatie vaak niet afkomstig waren uit de groepen mensen die lid werden, maar individuen die uit zichzelf lid werden. Zulke individuen worden in de partij-administratie “verspreide leden” genoemd.’
Wat zegt je onderzoek over de politieke partij van nu?
‘Partijen moeten zich realiseren dat ze ook een sociaal verband vormen. PvdA-voorzitter Spekman zei onlangs dat hij weer naar de 100.000 leden toe wilde. Als je dat wilt, moet je je realiseren dat mensen op zoek zijn naar een netwerk dat een gevoel van vertrouwdheid geeft en iets aan hun leven toevoegt.’