Regering VS bood zwarte bevolking nauwelijks bescherming
De federale overheden negeerden de rechten van de zwarte bevolking na afloop van de Amerikaanse Burgeroorlog. Historicus Mark Leon de Vries ontdekte dat ook de landelijke overheid vrijwel geen helpende hand toestak. Promotie op 23 april.
Terreurcampagne Ku Klux Klan
Na afloop van de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) voerde de nationale regering een aantal wetten door die hadden moeten zorgen voor verregaande maatschappelijke en politieke gelijkheid voor de zwarte bevolking in het zuiden van de Verenigde Staten. Dit gebeurde niet: een groep conservatieve blanken in de regio, de Ku Klux Klan, verzette zich hevig tegen dit beleid en orkestreerde een terreurcampagne tegen de zwarte bevolking en blanken die hen steunden.
Regering handhaafde eigen wetten niet
Maar niet alleen lokale tegenstand was een oorzaak van de belabberde toestand van de zwarte Amerikanen. De Vries: 'Politici uit het noorden deden er weinig aan om hun eigen wetten in het zuiden te handhaven. Dat kwam omdat het onderwerp eigenlijk niet zo leefde in het noorden, waar relatief weinig zwarten woonden. Het leverde de regering electoraal gezien weinig op om hierop mensen en middelen in te zetten. Bovendien werd na verloop van tijd het herstel van de relatie met de zuidelijke staten steeds belangrijker.'
Red River Valley: brandhaard van geweld
De Vries ontdekte dit onder meer door de bestudering van geweld tegen zwarten in de Red River Valley, Louisiana. 'Volgens statistieken was dit een van de regio’s waar het meeste geweld tegen zwarten voorkwam. Dat kwam onder meer omdat de federale rechtbank ver weg lag: om daar te komen moest je een paar dagen varen, eerst over de Red River, daarna over de Mississippi. Als het water hoog genoeg stond, tenminste. Handhaving van de wet gebeurde vooral door lokale sheriffs en rechters die weinig ophadden met de mores uit het noorden.'
Washington wist van misstanden
Hij meent dat het naleven van de wetten wel degelijk effect zouden hebben gehad op de positie van zwarten. 'Ten eerste omdat het geweld in het gebied zienderogen afnam op die plaatsen waar lokale federale beambten zelf het initiatief namen om de bestaande wetten te handhaven. Want dat er misstanden waren in Red River Valley, dat hoorde Washington ook wel. Na een aantal jaar, nadat de federale handhaving sterk was gereduceerd, laaide het geweld weer op. Ten tweede: als de wetgeving niets zou hebben teweeggebracht, waarom zouden de zuiderlingen zich er dan zo tegen hebben verzet?' De Vries is de eerste historicus die door de bestudering van een specifiek gebied onderzocht hoe de nationale overheid in de Verenigde Staten zich opstelde tegenover geweld tegen zwarten.
Echo uit het verleden
De Vries legt aan de hand van zijn onderzoek een verband tussen het verleden en het heden. 'De raciale terreur en wetteloosheid van die periode galmt na tot aan de recente moorden op zwarte Amerikanen.' Vindt hij dat ook nu de nationale regering actiever moet ingrijpen? 'Dat is een lastige vraag. Je ziet dat er door instanties nu meer wordt gereageerd op misstanden. De politieagent die onlangs de zwarte man Walter Scott doodschoot wordt vervolgd, de politievakbond steunt hem niet. Laten we hopen dat die cultuurverandering zich doorzet.'
Na zijn promotie start De Vries in september 2015 als postdoc aan het Instituut Geschiedenis in Leiden, waar hij onderzoek gaat doen naar federalisme en regionale identiteiten in de VS in de jaren na de burgeroorlog.
Promotie M. L. de Vries - Enforcing Reconstruction in Louisiana's Red River Valley
(JJA)