Wetenschappelijke samenwerking met Rusland vaak moeizaam
Hoewel officieel het Nederland-Ruslandjaar is geopend, hoor je weinig over de wetenschappelijke samenwerking tussen beide landen. ‘Die bestaat wel,’ meent Ruslanddeskundige André Gerrits, ‘maar vooral op economisch relevante gebieden.’
Energie-industrie
De relatie tussen Nederland en Rusland gaat ver terug, al is niet met zekerheid te zeggen tot wanneer precies. Tegenwoordig ligt de samenwerking vooral op economische vlak, waarbij een hoofdrol is weggelegd voor energie, gas in het bijzonder.
Bekaaid
Op wetenschappelijk gebied zijn de banden tussen Nederland en Rusland wat minder hecht, en nogal eenzijdig. Volgens André Gerrits, Leids hoogleraar Russische politiek en geschiedenis, ligt dat in belangrijke mate aan een nogal eenzijdige interesse van de kant van de Russische overheid. Gerrits: ‘Als het om wetenschappelijke samenwerking gaat, blijkt de Russische overheid vooral geïnteresseerd in de technische wetenschappen, zoals computer- en verwant onderzoek. De geestes- en sociale wetenschappen komen er over het algemeen bekaaid vanaf.’
Kloof
Die exacte voorkeur levert heel af en toe een flinke Russische subsidie op voor een Nederlandse bètawetenschapper. Institutionele samenwerking op andere terreinen blijkt moeizaam. Gerrits: ‘Bij een bezoek van een delegatie van de VSNU aan Moskou en Sint Petersburg ruim een jaar terug viel me opnieuw op hoe groot de kloof in Rusland is tussen de exacte en overige wetenschappen, als het aankomt op geld, op belangstelling van de overheid en op ontwikkelingskansen. Die kloof is bijna niet te dichten.’
Nederlandse kamp
Tegelijkertijd merkt Gerrits dat ook in Nederland de belangstelling voor Rusland is afgenomen: ‘Vlak na de val van de Sovjet-Unie financierde NWO geesteswetenschappelijk onderzoek aan Russische universiteiten. Nederlandse onderzoekers kregen subsidie om samen met Russische collega’s onderzoek te doen dat ze in eigen land onmogelijk gefinancierd kregen. Zo werd de boel nog een beetje draaiende gehouden, want de situatie was toen echt rampzalig: geen geld, nauwelijks nog jonge onderzoekers, vrijwel niets.’ Deze samenwerking is al een aantal jaren geleden stopgezet. ‘Jammer’, benadrukt Gerrits, ‘maar Rusland is rijk genoeg om de eigen wetenschap in stand te houden. Het is een gewoon kwestie van politieke prioriteiten.’
Voordeel van Rusland
Gerrits is niet treurig om de stand van de samenwerking. ‘Van de Russische overheid hebben we niet veel te verwachten, dus dan maar rechtstreeks, met collega’s, zoals het eigenlijk altijd is gegaan, via persoonlijke contacten. We sturen onze studenten nog steeds naar Rusland, waar ze les krijgen van native speakers en ervaring opdoen in de Russische samenleving. Aanvankelijk werd het onderwijs verzorgd door de Staatsuniversiteit van St. Petersburg, en toen die plotseling heel veel geld vroegen, zijn we overgestapt naar het Nederlands Instituut en huren we dezelfde docenten in, maar nu privé. Dat is het voordeel van Rusland’, besluit Gerrits. ‘Niets gaat echt gemakkelijk, maar er is altijd wel een mouw aan te passen.’
André Gerrits zit in de raad die het Ministerie van Buitenlandse Zaken adviseert over de te organiseren activiteiten tijdens het Nederland-Ruslandjaar 2013.