Even voorstellen: Ben Schoenmaker
Ben Schoenmaker is sinds 1 januari als bijzonder hoogleraar militaire geschiedenis aan ons instituut verbonden.
Mijn benoeming is een terugkeer naar een oud nest: van 1979 tot 1987 heb ik in Leiden geschiedenis gestudeerd en was hier werkzaam als student-assistent en ook eventjes als docent. Die laatste aanstelling dankte ik aan het feit dat prins Willem-Alexander naar Leiden kwam om geschiedenis te studeren, met als gevolg een plotselinge toename van het aantal vooral vrouwelijke eerstejaars en een even plotseling tekort aan docenten. In 1988 moest ik – kroonprins of geen kroonprins – als dienstplichtige het vaderland op andere wijze gaan dienen. Ik deed dat, weinig martiaal, bij wat nu het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) heet.
Na mijn diensttijd bleef ik als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het NIMH. Sindsdien heb ik gepubliceerd over de Nederlandse defensie tijdens de Koude Oorlog, de bevrijding van Nederland in 1944-1945, de Nederlandse rol in de VN-vredesmacht UNIFIL in Zuid-Libanon en de relatie tussen maatschappij en krijgsmacht. In 2009 promoveerde ik bij prof. Petra Groen – mijn voorgangster op deze leerstoel – en prof. Henk te Velde op de studie Burgerzin en soldatengeest, de relatie tussen volk, leger en vloot 1832-1914.Momenteel doe ik onderzoek voor een ambitieus project, namelijk het schrijven van een zesdelig overzichtswerk over de Nederlandse militaire geschiedenis vanaf het begin van de Opstand tot heden. Ik ben als redacteur/coauteur verantwoordelijk voor het derde deel, dat de periode 1813 tot 1949 (minus de koloniën) beslaat. Daarnaast begeleid ik een onderzoeksproject naar de geschiedenis van de Koninklijke Marechaussee, een onderwerp op het grensvlak van de militaire en politiegeschiedenis.
En nu dus terug in Leiden! Ik verheug me zeer op mijn aanstelling en kijk uit naar het college geven en de andere contacten met studenten, op wie ik mijn enthousiasme voor het vakgebied van de militaire geschiedenis hoop over te brengen. Ik vat dit vak ruim op: ik zal mijn collegestof putten uit zowel de operationele geschiedenis, die zich toelegt op de bestudering van oorlogen, als de war and society- benadering, die zich richt op de relatie tussen krijgmacht en samenleving. Mijn leeropdracht kent een zwaartepunt, namelijk de studie naar de expeditionaire inzet van de Nederlandse krijgsmacht bij operaties van de VN, de EU en de NAVO. Ook op dit terrein kunt u dus het nodige van mij verwachten.