Zebravinken maken onderscheid tussen wit en wet
Kunnen zebravinken leren onderscheid te maken tussen twee Nederlandse woorden die heel veel op elkaar lijken? Uit onderzoek van gedragsbioloog Verena Ohms blijkt dat ze ‘wit’ en ‘wet’ kunnen onderscheiden. Ohms publiceerde haar bevindingen in ‘Proceedings of the Royal Society B’.
Ohms en haar collega’s van het Instituut Biologie Leiden en het Max-Planck-Instituut in Seewiesen in Duitsland wilden verder weten of de vogels deze woorden ook kunnen onderscheiden als ze door onbekende, nooit eerder gehoorde stemmen worden uitgesproken. Uit hun experiment blijkt dat de vinken inderdaad in staat zijn om de twee woorden correct te herkennen, zelfs als de onbekende stem van het andere geslacht is.
Evolutie van de menselijke spraak
Deze ontdekking heeft gevolgen voor discussies over de evolutie van de menselijke spraak. Mensen kunnen woorden begrijpen die worden uitgesproken door een volstrekt onbekend persoon. Het maakt niet uit of het de presentator van het dagelijkse nieuws is, een man of een vrouw, of dat hij of zij 30 of 70 jaar oud is, we begrijpen nog steeds wat er gezegd wordt. Hoewel er grote verschillen zijn tussen stemmen, zijn wij in staat woorden te herkennen. Dit is voor ons vanzelfsprekend en toch een van de fundamentele kenmerken van de menselijke perceptie van spraak en absoluut essentieel voor communicatie. Doordat de mens verschillende categorieën van spraakklanken kan onderscheiden, waarvan klinkers het meest prominente geluid vormen, kunnen wij dezelfde woorden van verschillende sprekers verstaan.
De perceptie van fonetische categorieën
Al heel lang wordt aangenomen dat categorisering van spraakklanken uniek is voor de mens. Maar studies over spraakperceptie door dieren suggereren dat dit standpunt onjuist is. Hierdoor is een enorme discussie aangewakkerd tussen onderzoekers uit verschillende disciplines zoals biologie, taalkunde en psychologie.
Kritischer experiment
In de meeste studies wordt onderzocht of dieren onderscheid kunnen maken tussen geïsoleerde, meestal kunstmatige, klinkers. Hoewel dergelijke experimenten aangeven dat dieren onderscheid kunnen maken tussen spraakklanken, zijn ze zeer controversieel. Sommige onderzoekers zijn ervan overtuigd dat het kunnen maken van onderscheid tussen geïsoleerde klanken niet vergelijkbaar is met wat mensen doen wanneer zij luisteren naar elkaar. Mensen herkennen relevant verschil tussen woorden en stemmen, terwijl we tegelijkertijd irrelevante variatie kunnen negeren.
De studie van Ohms is een kritischer experiment dat aantoont dat dieren het vermogen hebben om fonetische geluiden te categoriseren. Daar komt bij dat een zebravink geen verwant is van de mens, wat het resultaat nog opvallender maakt. Dit onderzoek suggereert dat dit vermogen geen bijzondere eigenschap is van de mens óf niet recent in de evolutie is ontstaan. Het lijkt waarschijnlijk dat de menselijke spraak in zijn ontwikkeling al bestaande perceptuele mechanismen heeft benut en dat deze mechanismen niet specifiek voor spraak geëvolueerd zijn, maar een meer algemeen doel dienen.
Gedragsbiologie
Verena Ohms doet promotieonderzoek naar de productie en perceptie van formanten in vogelgeluiden onder begeleiding van prof.dr. Carel ten Cate. De onderzoeksgroep Gedragsbiologie brengt de studie van mechanismen (ontwikkeling en leerprocessen) samen met studie van uiteindelijke processen (aanpassing en evolutie). Ze genereren en verkennen nieuwe ideeën over de evolutie van gedrag en over de rol van gedrag in evolutionaire processen. Akoestische en visuele signalen, vooral die van vogels en vissen, maar ook van mensen en andere dieren, zijn een belangrijk model in het onderzoek. Het bestrijkt een breed scala aan disciplines: van biolinguistics en dierlijke cognitie; van dierecologie tot natuurbehoud. Ze bestuderen de impact van geluidsoverlast van natuurlijke en antropogene bronnen voor dierlijke signalen en welzijn.