Zonsverduistering in China
Sterrenkundige Dave Lommen doet in een dagboek verslag van zijn reis naar China met als voornaamste doel de totale zonsverduistering.
23 juli
Gisterochtend zouden we van Chengdu terug naar Beijing vliegen. Helaas had Irma haar paspoort vernieuwd nadat het ticket Chengdu-Beijing gekocht was en daar kon Sichuan Airlines toch niet mee overweg. Onze gids klom meteen in de telefoon, maar ook in China is het lastig om voor acht uur in de morgen iets geregeld te krijgen. Na een uur vrijwel onafgebroken telefoneren met kantoren in Chengdu, Beijing en Shanghai was het dan toch gelukt: Irma mocht met ons mee het vliegtuig in.
Na aankomst in Beijing begaven we ons naar het Zomerpaleis. Het Zomerpaleis was eeuwenlang het buitenverblijf van de keizerlijke families en de meest beruchte bewoonster was waarschijnlijk de Qing-keizerin T’se-si. Deze spilzieke keizerin gebruikte bijvoorbeeld het geld, bestemd voor een volledige oorlogsvloot, om het paleis op te leuken met een compleet marmeren boot. Naast deze Marmeren boot behoorden voor mij het tochtje over het Kunming meer en de Zeventien bogen-brug tot de hoogtepunten. Voor de gids was dit de 700 meter lange galerij. Tenslotte wordt die vermeld in het Guinness Book of Records.
Voor gisteravond stond een bezoek aan de acrobaten in het Beijing Chaoyang Theater op het programma. De toeren die de acrobaten uithaalden, vereisen zeker jarenlange toegewijde training, al vraag je je af of daar wel tijd voor is: de jongste acrobaatjes leken niet ouder dan een jaar of zes. Het programma was erg goed en varieerde van slangenmensen die zichzelf opvouwden op manieren die ik niet voor mogelijk hield tot gymnasten die al radslag draaiend door ringen sprongen op een hoogte waarop een Olympische hoogspringer jaloers zou zijn.
24 juli
Vanmorgen mochten we uitslapen en we vertrokken pas om een uur of acht voor een rondje langs de Tempel van de Aarde, de Lama-tempel en de Tempel van de Hemel. Op een gegeven moment wist ik niet meer welk gebouw nu tot welk complex behoorde en waar alle verschillende Boeddha’s hun eigen plek hadden. Het was echter erg leuk om de locals in de uitgebreide parken van hun vrije vrijdag te zien genieten en Irma en ik mengden ons nog even in een Aziatisch potje hooghouden.
Een uniekere belevenis, voor ons astronomen althans, was het bezoek aan het oude observatorium. Hier staan nog verschillende instrumenten die in de laatzeventiende eeuw in opdracht van de Belgische jezuïet Verbiest gemaakt zijn. Daarnaast was er een opvallend goeie expositie over de geschiedenis van de sterrenkunde te vinden.
Als afsluiter bezochten we vanavond de Chinese Opera, een interessante combinatie van zang, dans, toneel en een soort van slap-stick door artiesten die voor de show eerst nog zichzelf moesten opmaken. Morgen volgt weer een vroege dag. Om de Chinese dagjesmensen voor te zijn, vertrekken we om zeven uur naar het noorden, op naar de legendarische Chinese Muur.
25 juli
Na de Muur reden we door naar de Ming-tomben ten noordwesten van Beijing. Hier liggen 13 van de 16 Ming-keizers, die regeerden van 1368 tot 1644, begraven. Wij bezochten het graf van Dingling, zo’n 27 meter onder de grond. Opvallend genoeg is de tombe van buiten erg groot en pompeus opgezet, maar is hij van binnen nogal saai, afgezien van enkele gedecoreerde poortbogen en de tronen van Dingling en zijn keizerinnen. De graven zelf en de kisten met sieraden en gebruiksvoorwerpen voor in het hiernamaals zijn weggehaald en vervangen door moderne, hoekige, rode kisten. Buiten aangekomen bleek het weer volledig omgeslagen. We konden nog bijna droog een toren van het enorme complex bereiken en enkele regenachtige foto’s van Dinglings graf nemen.
26 juli
Vanmorgen bleven we in de buurt van het hotel en bezochten we de Trommeltoren en de Klokkentoren. In vervlogen tijden gaven de Klokkentoren en de Trommeltoren om en om het hele uur aan. In de Klokkentoren hangt natuurlijk een gigantische klok en de overlevering wil dat de dochter van een van de klokkenmakers in de gesmolten koper is gesprongen om de klok te helpen vormen. De Trommeltoren was helaas gesloten voor onderhoud.
Vanuit de Klokken- en de Trommeltoren maakten we per riksja een rondje door de hutongs, de kleine straatjes waar de Beijingnezen al honderden jaren wonen. Veel wijken met hutongs zijn inmiddels platgegooid om plaats te maken voor nieuwe en hogere gebouwen, maar tegenwoordig worden de bestaande wijken weer onderhouden en druk bezocht door de toeristen. We bezochten ook twee lokale gezinnen en lunchten bij een van de twee, maar of het hier om doorsnee families gaat, betwijfel ik: de flatscreen die aan de muur hing, was er een om jaloers op te zijn.
Deze middag hebben we vrij. Er werd nog wat geshopt en ingepakt en vooral uitgerust en bijgekomen van alle indrukken. Vanavond zullen we onze reis spetterend afsluiten met een traditioneel Pekingeend-banket en morgen vertrekken we huiswaarts, moe, maar zeer voldaan.