Jongeren maken kennis met genonderzoek via DNA-labs
Een ‘mysterie-eiwit’ identificeren aan de hand van aminozuurvolgorde en functie; DNA van gezonde cellen vergelijken met dat van tumorcellen en racen met behulp van wc-papier; allemaal proeven die bovenbouwleerlingen van havo en vwo uitvoeren in DNA-labs; reizende laboratoria waar leerlingen en DNA-onderzoek samenkomen.
Meer dan 50.000 bovenbouw havisten en vwo’ers in Nederland maakten al kennis met de aansprekende onderzoeken die zijn ontwikkeld door vijf Nederlandse universiteiten en de Genomics Centres. “De DNA-labs slaan een brug tussen biologie en scheikunde op school en de nieuwste ontwikkelingen rond genonderzoek”, zegt Frans van Dam, hoofd communicatie van het Centre for Society and Genomics. “In de labs gaan leerlingen zelf aan de slag met geavanceerde technieken en actuele onderwerpen uit het hedendaagse wetenschappelijk onderzoek.”
De in totaal zes DNA-lab-onderzoeken die worden aangeboden, zijn aansprekend, totaal verschillend van aard en hebben betrekking op diverse maatschappelijke thema’s. Van CSI-achtig onderzoek in het klein tot in aanraking komen met kankercellen: de manieren waarop leerlingen worden aangesproken zijn divers. Van Dam: “Bewust maken van de mogelijkheden en maatschappelijke consequenties van het moderne genonderzoek, dat is ons doel.”
Bewuste keuze
“Genonderzoek heeft verband met talloze maatschappelijke onderwerpen”, zegt het communicatiehoofd. “De leerling van nu is de individuele burger van de toekomst, die gevraagd wordt besluiten te nemen. Bijvoorbeeld met betrekking tot technologie. Hierom moet hij weten wat er in onze maatschappij speelt, zodat deze keuze een bewuste is. Vanzelfsprekend kunnen de labs leerlingen op een idee brengen een studie te volgen in deze richting, of juist niet.”
Hiernaast is de kloof tussen voortgezet onderwijs en universitaire kennis al jaren een bekend euvel. De labs moeten ook bijdragen aan het dichten van het kennisgat op het gebied van biologie en scheikunde. Van Dam: “De leerlingen maken kennis met modern DNA-onderzoek in de beroepspraktijk. En de docenten worden bijgeschoold op dit gebied.”
Als een docent een gratis DNA-lab-lespakket bestelt, betekent dit werk aan de winkel. Om de ‘opbrengst’ zo groot mogelijk te laten zijn, moeten de leerlingen beschikken over de benodigde basiskennis. Vervolgens begeleiden twee studenten de practica op school. In de les die volgt op het DNA-lab stelt de docent zelf de maatschappelijke context over het onderzochte onderwerp aan de orde. Van Dam: “De docent kan binnenkort kiezen uit verschillende lesvormen, zoals opdrachten of een debat in de klas.”
Labs in practice
Scheikundedocent Jane van der Ham van het Rijnlands Lyceum in Oegstgeest is razend enthousiast over de DNA-Labs. Inmiddels hebben de reizende labs drie keer haar klaslokaal aangedaan. En drie keer met groot succes. “Vanzelfsprekend probeer je als docent de lesstof ook in practica naar voren te brengen, maar zo mooi als dat met de labs gebeurt, is op school praktisch bijna onmogelijk. Ook zetten de labs scheikunde in een breder kader. Zo gaat ‘racen met wc-papier’ niet alleen over biobrandstof, ook milieu- en voedselproblematiek komen aan de orde.”
Jonge koppies
De studenten die de practica begeleiden, van de universiteiten te Delft, Leiden, Nijmegen, Utrecht, Wageningen, en vanaf 2010 Amsterdam, zijn nauwelijks ouder dan de leerlingen aan wie ze les geven. Soms schelen ze maar een jaar of twee. Van Dam: “De leerlingen zien dat de mensen die kiezen voor een genonderzoek geen nerds zijn, maar vlotte jongeren, zoals zijzelf. Dit maakt de lessen extra spannend.”
Frans van Dam hoopt dat het niveau van de huidige lessen over een paar jaar verder is toegespitst op de betreffende doelgroepen. En dat DNA-lab-lespakketten zijn samengesteld voor vmbo-leerlingen. En Jane van der Ham? Die kan docenten omtrent de DNA-labs maar één ding aanraden: “Doen!”
Bron: Senter Novum