Dorpelingen stelen vlees van leeuwen
Leidse wetenschappers zagen hongerige dorpelingen in het noorden van Kameroen vlees stelen van de prooi van leeuwen. De onderzoekers van het Instituut voor Milieuwetenschappen van de Universiteit Leiden (CML) berichtten over dit kleptoparasitisme in de online publicatie van het African Journal of Ecology van juli.
Kleptoparasitisme
Kleptoparasitisme is bekend van roofdieren onderling, zoals leeuwen, jachtluipaarden en hyena’s, die van elkaar of van soortgenoten de prooi stelen. Voor sommige soorten is het zelfs de belangrijkste wijze waarop ze aan voedsel komen. Jagers – meeuwachtige vogels – achtervolgen andere vogels als meeuwen net zolang tot die hun prooi laten vallen. Die wordt dan door de belager geroofd.
Extra druk
De onderzoekers, Marjolein Schoe, Hans de Iongh en Barbara Croes, denken dat meer en meer mensen betrokken zijn bij het stelen van de prooi van leeuwen en dat deze praktijk een extra druk legt op de toch al bedreigde leeuwenpopulaties in Kameroen. De onderzoekers beschrijven een bewezen geval van kleptoparasitisme in het Bénoué National Park.
Hartenbeest
Struikgewas
’s Middags rond een uur of vijf keerde Schoe terug en toen waren er een aantal dorpelingen die net als de leeuwen in het struikgewas vluchtten op haar nadering. Het vlees op het karkas van het hartenbeest was met messen verwijderd, alleen de kop, de hoeven en een stuk huid waren nog over. Verder lagen er een houten stok en bladeren die waarschijnlijk bedoeld waren om het vlees in mee te nemen.
Bororo
Plio-Pleistoceen
De mensen stelen het vlees om aan voldoende eiwitrijk voedsel te komen en de leeuwen zijn beducht genoeg voor mensen om zich te laten verjagen. De Iongh weet van een dorp in de Centraal Afrikaanse Republiek waar leeuwen in de buurt geduld worden, enkel om op deze wijze aan vlees te komen. De onderzoekers denken dat het kleptoparasitisme door mensen kan worden teruggevoerd tot het Plio-Pleistoceen (2,5 tot 1,5 miljoen jaar geleden). De voorouders van de mens worden verondersteld al roofdieren van hun prooi verjaagd te hebben om aan vlees te komen.
Stropers
De onderzoekers vrezen dat het kleptoparasitisme schadelijke gevolgen kan hebben. ‘Ik denk dat dit gedrag de leeuwenstand nadelig kan beïnvloeden’, zegt De Iongh. ‘De leeuwen moeten onevenredig veel energie steken in het vangen van nieuwe prooi als hun vlees wordt gestolen.’ In het Waza National Park veronderstelt men dat de populatie van 50 tot 60 dieren in de jaren negentig is gedecimeerd tot tussen de twaalf en twintig in 2008, toen de laatste telling is verricht. Jaarlijks worden zo’n zes leeuwen gedood door veeboeren en stropers in Bénoué National Park, dus het kleptoparasitisme kan zelfs bijdragen aan het versneld uitsterven.
African Journal of Ecology:
Humans displacing lions and stealing their food in Bénoué National Park, North Cameroon
Marjolein Schoe, Hans H. de Iongh, Barbara M. Croes