Nieuw in Leiden: Econophysics!
De financiële markten bestuderen met behulp van bèta-instrumentarium als waren ze een natuurverschijnsel. In Groot Brittannië en de Verenigde Staten gebeurt het al. En straks ook in Leiden. Het levert een nieuw type handel in financiële producten op. ‘Goed voor de economie.’
Overeenkomst
Maandag 10 november is een overeenkomst ondertekend tussen de Universiteit Leiden en het Amsterdamse bedrijf Duyfken Trading Knowledge BV, om Econophysics aan de Leidse universiteit te introduceren als keuzevak. Het streven is het vakgebied uit te bouwen tot een deeldiscipline binnen de natuurkunde en tot een afstudeerrichting binnen de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen.
Rekenkundige analyse
Drs. Reindert Stoffer doet het al. Met vier partners, richtte hij in 2002 het bedrijf Duyfken – de naam van een klein zeilschip uit de VOC-tijd – op, dat handelt op basis van Econophysics, een wetenschappelijke manier van handelen op de beurs. De vijf partners – alle academici, Stoffer is natuurkundige en internationaal financieel econoom – hadden ervaring op de beurs en stoelden Duyfken op de nieuwe wetenschappelijke benadering. De essentie van hun manier van handelen is dat ze het doen op basis van gedetailleerde rekenkundige analyse van kleine koersbewegingen.
Patronen
Stoffer: ‘Daarbij zijn we niet, zoals economen – geïnteresseerd in de grote en grove bewegingen.’ Die grote bewegingen vormen als het ware slechts het decor voor het werk van Duyfken.' Duyfken wil – en kan - fijnmazige patronen ontdekken in de koersbewegingen. Daarom is het ook niet van belang of de koersen stijgen of dalen. Het gaat erom binnen de grote bewegingen fijne patroontjes te ontdekken van heel kleine stijgingen en dalingen, die met het blote oog niet eens te zien zijn, op basis van bepaalde variabelen. De creativiteit zit onder meer in het detecteren van die variabelen.
Voorspellend
‘Het handelen gebeurt op basis van de patronen waarvan we verwachten dat ze meer kans op winst dan op verlies geven’, aldus Stoffer. ‘We evalueren onze aannames en onze handel aanhoudend en bouwen zo steeds meer kennis op.' Het instrumentarium van de Econophysics bestaat dan ook uit een bètagereedschapskist: computers die dag en nacht staan te rekenen en de modellen op basis waarvan ze dat doen. ‘Het omzetten van die modellen naar een concrete handelsstrategie op basis van bepaalde variabelen, dat is ons product’, zegt Stoffer. ‘Het handelen doen we vervolgens voor eigen rekening en risico.
Automatisch
Dat handelen verloopt automatisch, op grond van de uitkomsten van de berekeningen. Stoffer legt uit: ‘Duyfken richt de blik op obligaties, opties en futures. We verkopen en kopen in principe tegelijkertijd. We kopen producten waarvan we verwachten dat ze relatief overpresteren en verkopen tegelijkertijd in geld ongeveer evenveel producten waarvan we een relatieve onderprestatie verwachten.’ Gezien de fijnmazigheid gaat het om handel die per transactie weinig oplevert, de winst - of het verlies, ook dat kan - zit hem in de bulk aan transacties.’ Een hoog volume en een lage marge, heet dat in bedrijfstermen. Als een handelsstrategie werkt, wordt gevoeglijk meer kapitaal aan de strategie toegevoegd. Voor het snelle geld is Econophysics niet geschikt. Het uitwerken van een handelsstrategie kost drie tot vijf jaar, en voor een substantieel bedrijfsresultaat is de horizon vijf tot tien jaar.
Numerieke wiskunde
De modellen die Stoffer c.s. gebruiken voor hun handel komen uit de numerieke wiskunde. Hun manier van denken komt voort uit de bètawetenschappen. Duyfken wil graag dat deze benadering van de financiële markten meer bekendheid krijgt en verder wordt verspreid. En is ook bereid daar geld in te steken. Duyfken kwam via dr. Ferry Vos, werkzaam als Chief Risk Officer bij investeringsmaatschappij Anthos, het Family Services Offices van de familie Brenninkmeijer, en gepromoveerd in de theoretische natuurkunde in Leiden, in contact met prof.dr. Jan van Ruitenbeek. Van Ruitenbeek is wetenschapplijk directeur van het Leids Instituut voor Onderzoek in de Natuurkunde (LION), die meteen gewonnen werd voor het idee om Economophysics te introduceren op de Leidse universiteit.
Leidse primeur
‘Ik vind het fantastisch’, zegt Van Ruitenbeek. ‘Dit gaat geweldige mogelijkheden bieden. Het is ook een heel bijzondere ontwikkeling dat vanuit het bedrijfsleven het initiatief komt om Econophysics naar de universiteit te brengen.’ In het voorjaar van 2009 zal Vos al een reeks introductiecolleges Econophysics geven. Leiden heeft daarmee de Nederlandse primeur. Vos gaat samen met het LION ook een curriculum ontwerpen om Econophysics per september 2009 als keuzevak in de master te introduceren. Tegelijkertijd gaat het LION op zoek naar een wetenschapper die de discipline kan dragen en verder kan uitbouwen. De vestiging van een leerstoel Econophysics is het ultieme doel. Duyfken wil de wetenschapper voor vijf jaar financieren, met mogelijkheid tot verlenging met nog eens vijf jaar.
Verrijking
Het nieuwe onderwijsaanbod is een enorme verrijking voor de Leidse bètastudenten, meent Van Ruitenbeek. ‘Bètastudies werden tot nu toe helemaal niet geassocieerd met de financiële sector dus dit gaat een nieuw beroepsperspectief bieden.’ De basis van de Econophysics is een van de bètabachoropleidingen wiskunde, natuurkunde, informatica, scheikunde of sterrenkunde, het vakgebied wordt dus nadrukkelijk een specialisatie, of ‘track’ zoals de Faculteit der Wiskunde en Natuurkunde deze noemt.
Concurrentie
Maar waarom is Duyfken erop gespitst om concurrentie opgeleid te krijgen? Stoffer: ‘Het gaat om een enorme markt waar genoeg plaats is voor anderen. Wij willen juist dat er in Nederland soortgelijke bedrijven als Duyfken bijkomen. Wij investeren in dergelijke bedrijven, begeleiden hen bij het uitwerken van hun strategie en het verwerken van hun transacties. Deze manier van opereren op de financiële markten is goed voor de economie.’
(11 november 2008/CH)