Bijzondere uitspraak Woo-beleid: rechtbank besluit zelf wat openbaar gemaakt mag worden
In een spraakmakende rechtszaak over de Wet open overheid besloot een rechter zelf documenten over de Toeslagenaffaire te beoordelen in plaats van de overheid. Hoogleraar Wim Voermans en universitair hoofddocent Annemarie Drahmann spraken met de Volkskrant over de zaak.
Op 27 mei deed de rechtbank Midden-Nederland een uitspraak in een rechtszaak over de Wet open overheid (Woo). De zaak ging over documenten rond de Toeslagenaffaire. Een burger vroeg de overheid in 2021 om deze documenten in te zien op grond van de Woo, maar zij weigerde de aanvraag. Daar was de rechter het niet mee eens. De rechtbank verweet de ministeries van Algemene Zaken en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van een weigerachtige houding tegenover het openbaar maken van de stukken. De rechter neemt daarom de uitzonderlijke stap om zelf alle documenten te beoordelen en te bepalen wat openbaar gemaakt kan worden.
De Volkskrant vroeg aan Voermans en Drahmann wat zij van deze uitspraak vonden. ‘Hier is echt jurisprudentie gemaakt’, zegt Drahmann. ‘Ik denk dat de rechtbank hier een boodschap heeft willen meegeven aan ministeries door die weigerachtige houding expliciet te benoemen, in de hoop dat ze daardoor die houding veranderen.’ Doordat de uitspraak heel toegankelijk is geschreven, kan Drahmann deze goed gebruiken voor cursussen die ze soms aan ambtenaren geeft. ‘Om te laten zien dat je niet zomaar alles mag zwartlakken.’
‘Dit is geen klein uitspraakje’, zegt ook Voermans. ‘Dit is een rechter die het patroon aanpakt en alles ongelooflijk goed onderbouwt in een uitspraak waarin het huidige beleid wordt gefileerd. Er was langzaamaan een soort nieuwe Rutte-doctrine ontstaan waarin weer niks gegeven hoeft te worden. Daar zet deze rechter een dikke streep doorheen.’
Lees het stuk van de Volkskrant (€).
Afbeelding: Unsplash +