Waarom zag de Russische geheime dienst de aanslag niet aankomen?
Ben de Jong, gastonderzoeker op het gebied van inlichtingendiensten bij het Institute of Security and Global Affairs, bespreekt in diverse media hoe het kan dat de Russische inlichtingendienst de aanslag in Moskou op 22 maart niet per se zag aankomen.
De FSB, de grootste Russische inlichtingendienst, heeft waarschijnlijk wel signalen gekregen over een ophanden zijnde aanslag, maar hebben die onvoldoende op waarde geschat, vertelt De Jong bij diverse media. Hij vergelijkt het met toen er over 9/11 en de Hamas-aanslagen op 7 oktober ook aanwijzingen binnen druppelden, maar dat daarbij niet moet worden vergeten dat er tegelijkertijd ook veel valse waarschuwingen binnenkomen.
De Jong denkt ook dat Russische geheim agenten het moeilijk vinden om Poetin nieuws te vertellen dat hem slecht uitkomt. Hij legt uit: 'In de VS is het al moeilijk genoeg om tegen de president te zeggen dat hij een verkeerde inschatting maakt. In een politiestaat is dat nog veel lastiger. Je zet dan veel meer op het spel, zonder meer ook je eigen carrière. In de Stalin-tijd kon het zelfs jaren strafkamp opleveren als je een beetje pech had.'
Ook vertelt hij dat het erg 'opvallend is bij dit soort grote aanslagen is dat waarschuwingen vaak wel circuleren, maar dat die niet serieus worden genomen door de leiding of zelfs niet eens bij de leiding op het bureau belanden.' Volgens De Jong heeft het te maken met de grote hoeveelheid neppe waarschuwingen die daar tussen zitten.
- Lees het hele artikel op de website van de NOS.
- Luister het hele fragment op de website van Radio 1.
- Lees het hele artikel in het Reformatorisch Dagblad. (€)