Moties van wantrouwen kabinet Rutte IV blijven zich opstapelen
Inmiddels staat de teller op een 19e motie van wantrouwen tegen kabinet Rutte IV terwijl het kabinet net een jaar oud is. De hele periode Kabinetten Rutte bij mekaar heeft in de afgelopen 12 jaar al meer moties van wantrouwen gescoord dan de hele parlementaire geschiedenis daarvoor. 1,5 per maand, 87 in totaal vanaf 2010 vormt inmiddels 70% van het totaal. Meer dan welk parlement dan ook. Volgens Wim Voermans hoogleraar Staatsrecht in Leiden is dit heel bijzonder.
Voermans meldt dat er ooit één succesvolle motie van wantrouwen in onze parlementaire geschiedenis in 1939 is aangenomen. De motie Dekkers bevond zich destijds in een soortgelijke situatie, waarbij het kabinet Colijn V na 4 dagen de biezen kon pakken.
Volgens Voermans heeft de huidige situatie o.a. te maken met "versplintering en polarisering van verhoudingen, maar het hangt volgens hem toch ook een beetje aan de Kabinetten Rutte vast dat het te pas en te onpas gebeurt. Daardoor krijg je natuurlijk wel dat het instrument een beetje erodeert en je ziet dat het dan nog weinig effect heeft. Een motie van afkeuring was volgens Voermans in het laatste geval slimmer geweest. Je treft dan in het midden van het hart van je beleid en betekent afstappen van een bewindspersoon".