Was er sprake van dwangarbeid binnen jeugdinstelling De Goede Herder?
Deze week start de civiele rechtszaak tegen de Congregatie van Onze Lieve Vrouw van Liefde van de Goede Herder. In totaal negentien vrouwen, in de leeftijd van 62 tot 91 jaar, willen samen met de stichting voor vrouwenrechten Clara Wichmann via de rechter de erkenning afdwingen dat bij de Goede Herder sprake was van dwangarbeid.
De vrouwen dagen de Zusters van de Goede Herder voor de rechter, omdat ze als kwetsbare pubermeisjes ‘dwangarbeid’ moesten verrichten in naaiateliers, wasserijen en strijkkamers. 'Het klooster was een fabriek, wij een verdienmodel' aldus één van de vrouwen. ‘Deze vrouwen hebben recht op achterstallig loon’, zegt advocaat Liesbeth Zegveld. De congregatie stelt echter dat de kinderarbeid vooral als therapie was bedoeld.
Het rapport van commissie-De Winter, over de misstanden in de Nederlandse jeugdzorg, gaf destijds onvoldoende uitsluitsel, waarna de vraag naar verder onderzoek ontstond. Eind 2019 kwamen Guus Heerma van Voss (hoogleraar sociaal recht in Leiden) en Mijke Houwerzijl (hoogleraar arbeidsrecht in Tilburg) met een rapport. Hun belangrijkste conclusie: ‘De arbeid zoals verricht in de instellingen van De Goede Herder valt onder de internationaal aanvaarde definitie van dwangarbeid.’
Het volledige Volkskrant artikel
Het destijds uitgebrachte rapport van Guus Heerma van Voss en Mijke Houwerzijl