Te veel honingbijen in de stad?
Doordat steeds meer mensen zijn gaan imkeren, is de populatie honingbijen in Amsterdam gestegen. Dat heeft als gevolg dat 37% van alle bijen in Amsterdam momenteel honingbijen zijn. Een studie wees uit dat dit een nadelig effect heeft op de wilde bijen. Hoogleraar Kenmerkevolutie en biodiversiteit Menno Schilthuizen nuanceert deze resultaten in de NRC.
Vijftien jaar geleden daalde het aantal honingbijen. Als reactie daarop, zetten steeds meer stadsbewoners bijenkasten in hun tuin. Zo ook in Leiden. Hierdoor zijn steden zoals Leiden en Amsterdam dichtbevolkt door honingbijen. Om te achterhalen of dat een nadelig effect heeft op de wilde bijen in de stad, deed de Leidse stichting EIS-Kenniscentrum voor Insecten vier jaar onderzoek.
Uit het onderzoek blijkt dat er in Amsterdam 114 verschillende bijensoorten rondvliegen, waarvan 37% honingbijen. Voor raadslid Anke Bakker (Partij voor de Dieren) is dit reden over te gaan tot een registratiesysteem van bijenkasten. Volgens haar zouden er in de stad te veel kasten staan waardoor de wilde bijen moeten concurreren met de honingbij.
Naast elkaar leven
Volgens Schilthuizen betekenen de resultaten van het onderzoek niet meteen dat de honingbij de wilde bij wegconcurreert. ‘Solitair levende, wilde bijen hebben hun eigen niche en sommige soorten ervaren meer concurrentie dan andere.’ Wel vindt hij dat de honderden verschillende wilde bijensoorten qua biodiversiteit meer gewicht in de schaal leggen dan de honingbij.
Meer weten?
Lees het volledige artikel op de website van de NRC.