Wim Voermans over de positie van minister De Jonge in mondkapjesdeal
De keuze van minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) om in de Tweede Kamer op het matje te verschijnen over zijn tijd als coronaminister schept een ’gevaarlijk precedent’. Dat zegt hoogleraar staatsrecht Wim Voermans van de Universiteit Leiden. Toch is het staatsrechtelijk gezien geen probleem om De Jonge weg te sturen, mocht de Kamer dat willen.
Voermans noemt het ’ongebruikelijk en onwenselijk’ dat De Jonge de Tweede Kamer komt toespreken over zijn vorige verantwoordelijkheden. „Ons parlementaire stelsel bepaalt dat ministers verantwoordelijk zijn voor het beleid en de handelwijze van hun voorgangers. Je zit als bewindspersoon niet als persoon in het kabinet, maar vertegenwoordigt het ambt”, zegt Voermans. „Stel dat De Jonge iets vertelt dat achteraf niet blijkt te kloppen, dan zijn de huidige VWS-ministers Ernst Kuipers en Conny Helder staatsrechtelijk verantwoordelijk voor die uitspraken.”
Volgens Voermans is het niet eerder in geschiedenis voorgekomen dat een minister met zijn of haar nieuwe ministerspet op tekst en uitleg kwam geven in de Kamer.
Voermans zegt dat het feit dat De Jonges privéberichten nu onderwerp van discussie zijn geen reden is om hem daarover het woord te laten voeren. 'De Tweede Kamer is geen rechtbank, de fouten die een minister maakt zijn niet door 'de persoon’ gemaakt, maar door de ’ambtsdrager’.