Larissa van den Herik: de term genocide in politiek gebruik is problematisch
Na Zelenski en Poetin neemt ook president Biden het woord ‘genocide’ in de mond. We moeten niet te losjes omgaan met de term genocide, zegt hoogleraar internationaal Publiekrecht Larissa van den Herik.
“Je kunt deze term niet in het luchtledige gebruiken, zo krijg je een dubbelleven van het begrip genocide, waar het begrip gebruikt wordt zonder eerst de feiten grondig te onderzoeken en vast te stellen.” aldus Van den Herik in Dagblad Trouw.
Sinds 1948 hanteren de Verenigde Naties een officiële definitie van de term genocide, zoals neergelegd in het Genocideverdrag. Staten en individuen kunnen op basis van het internationale recht aansprakelijk gesteld worden voor ‘handelingen gepleegd met de bedoeling om een nationale, etnische, godsdienstige groep, dan wel een groep behorende tot een bepaald ras, geheel of gedeeltelijk als zodanig te vernietigen’.
Op dit moment is het belangrijk de onderzoeken af te wachten. Genocide is niet eenvoudig te bewijzen. “Het is vooral moeilijk te bewijzen dat er sprake is van opzet om een groep als zodanig te vernietigen”, zegt Van den Herik.