Bram Klievink in Trouw over dataprivacy
Afgelopen weekend verscheen in Trouw een artikel over dataprivacy. Bram Klievink, hoogleraar digitalisering en publiek beleid aan de FGGA, gaat in dit essay in op het vraagstuk van dataprivacy. Wat zijn de keerzijdes van de regels waar de techgiganten zich aan moeten houden?
Menig internetgebruiker laat het vraagstuk van dataprivacy links liggen, want 'ik heb niets te verbergen'. Bovendien, je geeft weliswaar iedere dag enorme aantallen datapunten af, maar dat doen miljarden andere gebruikers ook. Die datapunten eindigen ergens op de bodem van de data-oceaan, zo kun je denken, en daar komt dagelijks een paar kwintiljoen datapunten bij. Die zullen dus nooit meer, door niemand niet, worden opgevist.
Volgens het essay van Hans de Bruijn en Bram Klievink is dit een gevaarlijk eenvoudige gedachtegang. Volgens hen is dataprivacy een groot probleem, zo groot dat het woord privacy zelfs misleidend is geworden.
Het Wilde Westen
De snelle groei van techgiganten als Facebook worden vaak vergeleken met het Wilde Westen. Jonge techondernemers, zoals Facebooks Mark Zuckerberg, ontwikkelden nieuwe technologieën en diensten die razendsnel groeiden.
Hiervoor bestond nog nauwelijks regelgeving, dus konden deze ondernemers zich volgens de Bruijn en Klievink 'als cowboys gedragen: ze roofden onze data en breidden hun domein uit, door niets en niemand gehinderd. De techcowboys hebben een enorme ravage aangericht. Maar nu is the sheriff in town: er zijn regels uitgevaardigd en de sheriff strijdt voor law and order.'
Volgens de Bruijn en Klievink gaat het bij privacybescherming om ten minste twee belangrijke evenwichtsoefeningen. Allereerst die tussen privacy en innovatie van de digitale infrastructuur. Ten tweede is er nog de vraag of overheden innovaties richting of ruimte moeten geven. Dit vraagstuk over innovatie zou een plaats moeten krijgen in het debat over dataprivacy, vinden de Bruijn en Klievink.
Lees het hele artikel hier
Bram Klievink is hoogleraar bestuurskunde, met speciale aandacht voor digitalisering en publiek beleid. Zijn interesse in onderzoek en onderwijs gaat uit naar de interactie tussen digitalisering en de overheid. Zijn onderzoek gaat over hoe digitale innovaties de gevestigde praktijken en instituties van openbaar bestuur uitdagen en hoe digitalisering kan worden gebruikt in nieuwe bestuurlijke arrangementen voor het digitale tijdperk.