Gerrard Boot in de Volkskrant over de kritiek op de Tozo
Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstanstandige ondernemers (Tozo). De ombudsman kondigde donderdag een onderzoek aan naar de steunmaatregelen voor zelfstandigen. Heeft het kabinet hen in de steek gelaten?
Het aantal aanvragen voor de Tozo daalt fors doordat per juni het inkomen van de partner in mindering werd gebracht op de uitkering. Verdient de partner meer dan het bestaansminimum dan ontvangt de zzp-er helemaal niets. En dan was er ook nog een boekhoudkundig addertje onder het gras: omdat de Tozo een gezinsuitkering is, wordt die door de fiscus ook bij het inkomen van de partner opgeteld. In het geval van de bijstand kan dat handig zijn, zo blijft het inkomen van de ontvanger onder de toeslagengrens. Maar in het geval van de Tozo betekent het dat partners belasting moeten betalen voor steun aan een onderneming die niet van hen is.
Sommige ZZP-organisatie beschouwen dit als een trap na. Zelfstandigen komen er bekaaider af dan werknemers in loondienst die gewoon krijgen doorbetaald.
Toch vindt de Leidse hoogleraar arbeidsrecht Gerrard Boot al die kritiek op de Tozo niet helemaal terecht. Uit de berekening die hij in januari deed op basis van cijfers van de Rekenkamer en het CPB blijkt namelijk dat zelfstandigen per persoon niet per definitie minder krijgen dan een werknemer. ‘Er is naar schatting 14,9 miljard euro uitgegeven op 7,9 miljoen werknemers, terwijl 1,6 miljoen zelfstandigen 3,7 miljard euro aan Tozo kregen.’
Boot vindt de steun voor zzp-ers niet meer dan rechtvaardig, maar hij vindt het ook ‘billijk’ dat die van een lager niveau is dan dat van werknemers. ‘Ze genieten forse fiscale voordelen en betalen relatief minder belasting (vier op de tien zzp’ers betaalt volgens een eerdere bereking van CBS helemaal geen belasting, red.). Daardoor houden zij netto meer over dan werknemers, dus is het logisch dat ze ook minder uit de belastingpot krijgen’ zegt Boot hierover in de Volkskrant.