Stefan Sagel over het concurrentiebeding
Openlijk geruzie over concurrentiebepalingen in een arbeidscontract van een manager in de top van het bedrijfsleven is zeldzaam. Zowel bedrijven als hun medewerkers zijn huiverig voor de mogelijke reputatieschade die gepaard gaat met zo’n conflict.
Wat een feestelijk afscheid moest worden, is echter uitgedraaid op een vechtscheiding. Etos-directeur Saskia Egas Reparaz dacht na een dienstverband van ruim twintig jaar vlot aan de slag te kunnen als nieuwe topvrouw van HEMA. Maar Ahold Delhaize, het moederbedrijf van Etos, houdt haar aan het concurrentiebeding in haar contract, zo bleek eerder deze maand. Daardoor kijkt ze aan tegen een gedwongen vakantie van zes maanden. Zij weigert zich daarbij neer te leggen. Gevolg: advocaten zijn aangeschoven, een rechtszaak dreigt.
Dát een topmanager zes maanden thuiszit voordat hij (m/v) kan beginnen bij een concurrerend bedrijf, is niettemin heel gebruikelijk. Dat zegt arbeidsrechtspecialist Stefan Sagel van advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek, tevens hoogleraar in Leiden. Sagel is niet bij de zaak van Egas Reparaz betrokken. Sagel: „Leden van de raad van bestuur of managers in de laag daaronder hebben toegang tot strategische plannen en andere concurrentiegevoelige informatie. Die willen bedrijven logischerwijs beschermen.”
Een voor de betrokkene minder ingrijpend alternatief, een geheimhoudingsverklaring, volstaat niet volgens Sagel. „Bewijs maar eens dat zo’n beding is geschonden. Dat is vrijwel onmogelijk. En al hou je alles strikt geheim, je hébt die concurrentiegevoelige kennis wel. Die kun je niet zomaar negeren als je belangrijke besluiten neemt.” Na een half jaar tot een jaar is concurrentiegevoelige informatie verouderd, is de gedachte. Daarom geldt deze termijn volgens Sagel als de „gouden standaard” voor concurrentiebedingen.