Tom Barkhuysen over de impact van de Corona-crisis op zittingen
Verdachten hebben vanuit een PI een beperkte zittingstijd van 45 minuten via een videoverbinding door de Corona-crisis. Bij een zittingszaak die onlangs in Groningen plaatsvond werd de verbinding abrupt verbroken. De zitting ging nog even door en werd vervolgens gesloten. De verdachte kreeg hierdoor niet de mogelijkheid een laatste woord te voeren. Op social media wordt de zitting als “afraffelzaak” betiteld.
De beperkte zittingstijd had in dit geval niet door de Voorzitter van de rechtbank moeten worden geaccepteerd. Die beperking tot 45 minuten videobeltijd is ingesteld omdat er in gevangenissen geen oneindig aantal telehoorschermen aanwezig is.
Volgens Tom Barkhuysen, hoogleraar staats- en bestuursrecht is de beperkte zittingstijd vanuit PI’s ‘moeilijk verdedigbaar’. ‘Het heeft puur met capaciteit te maken, en beschikbaarheid van webcams bij de betreffende PI’s. Dat dat misschien de eerste twee maanden van de crisis een probleem was, akkoord. Maar nu zijn we bijna vier maanden verder. Ik vind het kwalijk dat het nog steeds zo is. Vooral omdat er vrijheidsbeneming aan de orde is. Dat is een groot belang aan de zijde van de verdachte dat adequaat door een rechter dient te worden behandeld.’
‘In een rechtsstaat moet je kunnen zien hoe een rechter opereert, op welke manier knopen worden doorgehakt in geschillen, of in strafzaken. Die controle is tegelijkertijd een extra waarborg dat zaken op een eerlijke manier plaatsvinden.’