Repatriëring van gestrande Nederlanders: in kleine plukjes over de wereld verspreid
Jan Melissen bespreekt in de Volkskrant de politieke kant van de repatriëring operatie van gestrande Nederlanders in het buitenland.
Van de 23.000 gestrande Nederlanders die zich sinds vorige week hebben aangemeld voor hulp bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, zijn er tot nu toe iets meer dan duizend teruggekeerd naar Nederland. Er moet nu, voor elke repatriëringsvlucht, aan lokale autoriteiten om toestemming worden gevraagd. Nederlanders, een reislustig volkje, zitten over de hele wereld in kleine plukjes verspreid. Het lijkt bij onze oosterburen vlugger te gaan, waar strakke organisatie leidt tot terugkering van vele Duitsers.
Het succes van een repatriëring operatie
Volgens Jan Melissen is het trage verloop aan de Nederlandse kant niet het resultaat van gebrek aan inzet. Hij weet zeker dat de mensen bij het ministerie hard werken. 'Dit soort acties zijn altijd heel politiek gevoelig. Het parlement kijkt over de schouders mee en schrijnende gevallen ontploffen makkelijk in de media.'
Melissen benoemt dat het succes van een repatriëring operatie afhangt van veel verschillende factoren. Zo spelen diplomatieke relaties tussen landen een grote rol in de toelating van reizigers, en zo is het succes van Duitsland mogelijk te verklaren door haar grote logistieke capaciteit.
Internationale samenwerking
Het terughalen van mensen uit het buitenland ligt bij deze pandemie gevoeliger dan eerdere repatriëringsacties, waar landen elkaars burgers ophaalden als diplomatieke geste. Dit gebeurt nu in kleinere hoeveelheden. 'Dat ligt altijd lastig. Landen concurreren op dit vlak met elkaar. Elke persoon die je ophaalt betekent ook een extra kans op besmetting.'
Lees hier het volledige artikel van de Volkskrant.
Jan Melissen is Universitair hoofddocent International Relations and Diplomacy bij ISGA. Hij geeft colleges in Diplomacy Theory and Practice en Diplomacy and Communication als onderdeel van de Master of Science International Relations and Diplomacy (MIRD).