Nikki Sterkenburg: Minder stigmatisering van extreemrechtse groepen
In een essay in Vrij Nederland schrijft Nikki Sterkenburg, buitenpromovendus aan de faculteit Governance and Global Affairs, dat het radicaal- en extreemrechtse geluid normaal is geworden de afgelopen twintig jaar. Het heersende stigma rondom extreem rechtse groepen verdwijnt langzaam en hiervoor draagt Sterkenburg verschillende redenen aan.
De eerste reden is dat de huidige generatie radicaal- en extreemrechtse activisten doorgaans geen aansluiting zoeken bij historische context. In de jaren 70 lieten formaties openlijk weten dat zij nationaalsocialistische sympathieën bewonderde en sommigen bovendien terugverlangde naar de Duitse bezetting. Dit geldt niet voor huidige formaties en dit resulteert in het ontbreken van een gedeelde ideologie. Echter blijkt wel dat deze ideologische verschillen makkelijk worden overbrugd wanneer sprake is van een gezamenlijk doel.
Een andere reden voor de verdwijning van het stigma is dat begrippen minder beladen zijn. Ook is er geen consensus over wanneer welke term gebruikt moet worden. Om die reden spreekt Sterkenburg zelf standaard over ‘radicaal- en extreemrechts’ dat in haar ogen staat voor: ‘het streven naar een homogene culturele of etnische staat, door middel van het inperken van de burgerlijke vrijheden en grondrechten van religieuze en etnische minderheden, al dan niet met geweld’.
De derde reden volgens Sterkenburg is het huidige politieke discours. Sterkenburg haalt aan dat activisten geen energie meer hoeven te steken in het infiltreren van de politieke partijen, omdat een deel van hun standpunten al terugkomen in de huidige debatten. Eén van de activisten die Sterkenburg sprak, vertelde het volgende: ‘We hebben gewoon gelijk gekregen. Wat we voor ogen hadden, is uitgekomen. En het maakt mij niet uit of wij het agenderen of dat anderen dat doen.’