Willemijn Aerdts op NOS.nl over het inzetten van de AIVD en MIVD tegen georganiseerde misdaad
Dinsdag 24 september 2019 werd het Marengo-proces - ook wel bekend als het proces tegen de zogenoemde mocromaffia - achter gesloten deuren voortgezet nadat advocaat Derk Wiersum werd doodgeschoten. De hoofdverdachte in de zaak is Ridouan Taghi, hij verblijft waarschijnlijk met enkele medeverdachten in het buitenland.
Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid spreekt over het nemen van onorthodoxe maatregelen om de verdachten en verdere georganiseerde misdaad aan te kunnen pakken. In het programma Buitenhof vertelde Grapperhaus dat hij de AIVD en de MIVD wil inzetten om de georganiseerde misdaad en de drugsbendes te bestrijden.
Reden
De reden waarom de minister juist deze diensten wil inzetten heeft te maken met dat het Openbaar Ministerie zelf geen onderzoek mag doen in het buitenland, de MIVD en AIVD mogen dat wel zegt Willemijn Aerdts, docent aan het Instituut of Security and Global Affairs van de Universiteit Leiden. ‘De AIVD en de MIVD kunnen informatie verzamelen zonder toestemming van een ander land. Het Openbaar Ministerie moet een rechtshulpverzoek indienen als zij weten waar iemand in het buitenland verblijft.’
Grensoverschrijdend
De taak van het Openbaar Ministerie is om strafbare feiten te vervolgen. De AIVD en MIVD beschermen de nationale veiligheid en democratische rechtsorde door bijvoorbeeld terroristen op te sporen. Het lijkt er op dat met de moord op advocaat Derk Wiersum de nationale veiligheid en de democratische rechtsorde in het geding zijn. ‘Ik denk dat er met de moord op de advocaat een grens overschreden is en dat dit wordt gezien als aanval op de democratische rechtsstaat’, zegt Aerdts. ‘Dan zou het dus gerechtvaardigd kunnen zijn die diensten er op te zetten’.
Lees het volledige artikel op de website van de NOS