Alwin Kloekhorst in het NRC over het ontcijferen van een oerdialect op een kleitablet
Lange tijd werd gedacht dat het Hattusa-Hettitisch de taal is die het dichtst verwant is aan de Indo-Europese oertaal. Alwin Kloekhorst, universitair hoofddocent, ontcijferde tijdens zijn onderzoek een ander Hettitisch dialect dat nog dichter bij deze oertaal staat. Hij geeft in het NRC uitleg over hoe hij tot deze ontdekking is gekomen.
Bij het Turkse dorpje Kültepe bevindt zich een oude nederzetting die tussen de twintigste en de zestiende eeuw voor Christus werd bewoond door Hettieten. In de benedenstad van wat ooit de stadsstaat Kanesh was, woonden ambachtslieden en handelaren. Om contact te houden met het thuisfront, schreven zij brieven op kleitabletten. In totaal zijn er zo’n 23.000 kleitabletten gevonden in Kanesh, waarvan er 6.000 zijn gepubliceerd. Deze brieven zette Kloekhorst op het goede spoor, van het ontcijferde dialect dat hij het Kaneshitisch Hettitisch noemt.
In de brieven van de handelaren staan woorden en namen die duidelijk te identificeren waren als Hettitisch. ‘Je kunt aan de namen zien dat de klanken zich in Kanesh anders hebben ontwikkeld dan in het Hattusa-Hettitisch. Daar is het woord voor nacht ispant, terwijl het in Kanesh Ispoent was. We weten dat het in een voorstadium spoent of spnt geweest moet zijn, dat toont dus aan dat het Kaneshitisch Hettitisch iets ouder was’, aldus Kloekhorst.
Meer weten?
Lees het volledige artikel op de website van het NRC