Evelien Campfens in Duitse krant over teruggave kunstcollectie Max Stern
De erfgenamen van de Joodse kunsthandelaar Max Stern willen graag een schilderij terug dat nu in Duits privébezit is. Volgens de erven maakte het werk deel uit van de collectie van Stern.
De erfgenamen van Stern proberen sinds 2016 aanspraak te maken op het schilderij Kalabrische Küste - Scilla van de Duitse schilder Andreas Achenbach. De huidige eigenaar zegt dat hij het werk in 1999 te goeder trouw heeft gekocht op een veiling in Londen.
De vraag is nu onder welke omstandigheden de kunsthandelaar het werk eind jaren 30 van de hand heeft gedaan. Ging het om een gewone zakelijke transactie of een door de nazi's gedwongen verkoop? In 1935 verboden de nazi's zijn kunsthandel, waarna hij in 1937 het bewuste schilderij verkocht. Een paar weken later droeg het regime hem op zijn galerie te sluiten, waarna hij naar Londen vluchtte.
Zakelijke verliezen
In de Duitse krant Handelsblatt (€) werpt promovendus Evelien Campfens de vraag op of verkopen van kunsthandelaren niet anders behandeld zouden moeten worden dan verkopen van private slachtoffers. Ze stelt voor dergelijke zakelijke transacties als aparte categorie te behandelen onder de 'Washington Principles on Nazi-Confiscated Art', de internationale regels over teruggave van kunst die door de nazi's is geroofd tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Campfens, tevens oud-secretaris van de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog, sprak hierover in februari tijdens een conferentie in Düsseldorf. 'De vraag is of de transacties van zo'n kunsthandelaar altijd gecategoriseerd moet worden als naziroofkunst. In de kunsthandel gaat het immers meestal niet om verlies van persoonlijke eigendommen met een speciale betekenis of familie-erfstukken, maar om zakelijke verliezen.'