'Duurzaam dejuridiseren start bij de overheid'
Momenteel debatteert de Kamer over hervormingen in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. Sander Dekker, minister voor Rechtsbescherming, bepleit ‘dejuridisering van het stelsel’. De dejuridiseringsplannen stuiten echter op bezwaren. In Het Financieele Dagblad schrijft Els van Oosten dat het zeker mogelijk is met succes te dejuridiseren. Dat vergt in de eerste plaats verandering binnen de overheid.
Succesvol dejuridiseren kan bestaan uit het verbeteren van alle stappen die aan een formele rechtsgang vooraf gaan. Het vereist actuele, duidelijke regelgeving; goed opgeleide ambtenaren; degelijke informatievoorziening in begrijpelijke taal en uitstel van harde sancties als een burger de mist in gaat. Dit voorkomt niet alleen formele procedures, maar bevordert de interactie tussen burger en overheid als geheel.
In toenemende mate zetten Nederlandse bestuursorganen in op dejuridisering. Zo vormt dejuridisering bij de Belastingdienst een van de speerpunten van het hervormingsprogramma. Oplettendheid blijft daarbij geboden, constateert Van Oosten. Korte termijnbezuinigingswensen moeten het bijvoorbeeld niet winnen van duurzame oplossingen. Evenmin mag dejuridisering ten koste gaan van basale rechtsbescherming. Bij een gedegen aanpak kan dejuridisering echter leiden tot besparingen en bovendien de druk op de sociale rechtsbijstand structureel verlagen.