Evelien Campfens: 'Nederland gaat gewetensvol om met roofkunst'
Nederland is geen paria op het gebied van restitutie van roofkunst, maar loopt juist voorop. Alleen al omdat er een neutraal forum is waar partijen zich kunnen melden met moeilijke kwesties.
Dat schrijft promovendus Evelien Campfens in de NRC. 'Nederland is een land waar een transparante procedure met hoor en wederhoor leidt tot een openbaar en met feiten onderbouwd advies. Daar kunnen we het vervolgens al dan niet mee eens zijn. De meeste Nederlandse musea committeren zich bovendien vrijwillig aan deze procedure. Dat is in veel landen wel anders.'
Campfens reageert in het artikel op een opiniestuk in de NRC, waarin Wesley Fisher en Anne Webber in een opiniestuk in Opinie & Debat stellen dat Nederland op het gebied van restitutie van roofkunst van moreel leider tot paria is verworden. 'Fisher en Webber citeren de voormalig Amerikaanse ambassadeur en jurist Eizenstat die in 1998 onderhandelde over de Washington Principles (waarin internationale normen zijn vastgelegd voor de teruggave van kunstwerken aan de ervan van oorlogsslachtoffers). De belangenafweging is volgens Eizenstat 'in strijd met' die Washington Principles.'
Maar Eizenstat geeft een te simpele voorstelling van zaken, stelt Campfens. 'Natuurlijk zijn de Washington Principles opgesteld om de belangen van de erfgenamen van Holocaust-slachtoffers te verdedigen. Maar dat is iets anders dan de belangen van nieuwe bezitters volledig buiten beeld te laten. In de Washington Principles gaat het om 'door de nazi’s geconfisqueerde kunstwerken die na de oorlog niet werden teruggegeven aan hun eigenaren' waarvoor een 'billijke en rechtvaardige oplossing' (just and fair solution) moet worden gezocht, al naar gelang de omstandigheden. Dat is een open norm waarover verschillend wordt gedacht. Maar een ding is duidelijk en dat is dat het om roofkunst moet gaan: kunstwerken die zijn geconfisqueerd of onder dwang zijn verkocht.'