Willy de Heer in De Monitor over hoogbegaafdheid en het onderwijs
Willy de Heer, gepromoveerd aan het Dual PhD-center van Universiteit Leiden, deed promotieonderzoek naar hoogbegaafdheid en het onderwijs voor hoogbegaafde kinderen, of anders gezegd zeer makkelijk lerende kinderen.
De Monitor deed hier ook onderzoek naar: wat is het precies en krijgen hoogbegaafde kinderen passend onderwijs? Uit de verhalen die bij De Monitor binnenkomen komt naar voren dat kinderen vaak erg ongelukkig zijn, mede doordat ze op school niet goed meekomen. Willy de Heer kaart twee problemen aan waarin belemmering tot ontwikkeling leidt tot “sociale, emotionele en psychische problemen, zoals motivatieverlies, verveling en depressieve stoornissen.”
Probleem van ondervraging
De Heer: “Een kind dat beschikt over de mogelijkheden van een tienjarige, wordt behandeld als een zevenjarige. Dit kind wordt geconfronteerd met onbegrip van mensen uit zijn omgeving: er is sprake van ernstige ondervraging. Dit betekent dat de mogelijkheden van deze kinderen op cognitief, emotioneel en sociaal gebied worden onderschat. Omdat basisscholen zich veelal richten op het gemiddelde niveau in de klas, hebben zeer makkelijk lerende kinderen dagelijks te maken met ondervraging.”
Probleem van incongruentie
Het tweede probleem is incongruentie, de Heer legt uit: “Zij koesteren zelf ook verwachtingen van de mensen in hun omgeving. Zo rekent een zeer makkelijk lerend kind in groep één van de basisschool er bijvoorbeeld op dat zijn vriendje de speelafspraak nakomt die hij een of meer dagen geleden heeft gemaakt. Als zijn vriendje inmiddels een afspraak met een ander kind heeft, raakt dit hem diep. Het kind ervaart het als een afwijzing, hoewel dit zeer waarschijnlijk niet zo bedoeld is. De mogelijkheden van het vier- of vijfjarig vriendje en de verwachtingen van het zeer makkelijk lerende kind komen niet overeen. Er is sprake van incongruentie.”
Lees hier het volledige artikel.