Bart Custers in TerZake over privacylessen van over de grens
Nederland hoort bij de koplopers in privacybescherming, zo concluderen onderzoekers van de Universiteit Leiden die verscheidene landen in Europa met elkaar vergeleken. Toch blinkt Nederland niet in alle opzichten uit. Er kan geleerd worden van onder meer best practices in Duitsland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.
Bart Custers, hoofd onderzoek van eLaw, het centrum voor recht en digitale technologie leidde het onderzoek naar de Europese vergelijking. In TerZake, bijlage van Weekblad Elsevier (17 maart 2018), legt hij uit wat Nederland kan leren van andere landen. In Nederland is er één toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens.
Duitsland heeft één toezichthouder voor de bescherming van persoonsgegevens op federaal niveau en zestien op deelstaatniveau. Organisaties kunnen zich ook laten certificeren door toezichthouders als ze willen weten of hun beveiliging adequaat is. In Nederland bestaat dit niet, waardoor het voor organisaties veel lastiger is om te weten of ze echt voldoen aan wet- en regelgeving. In het Verenigd Koninkrijk is de toezichthouder juist enorm servicegericht. De Information Commissioner’s Office (ICO) controleert niet alleen of de wet goed wordt nageleefd, maar geeft ook advies. Bedrijven kunnen er bijvoorbeeld terecht met vragen hoe ze moeten voldoen aan privacywetten.